https://ploum.nl/uploads/pexels-sora-shimazaki-5668858.jpg

Bestuursrechter zet opnieuw streep door gangbare praktijk UWV: WGA-voorschotten mogen niet aan de werkgever eigenrisicodrager (ERD) worden toegerekend

28 dec '23

Auteur(s): Bo Leeuwestein

Op 6 november 2023 oordeelde de bestuursrechter Arnhem dat het UWV WGA-voorschotten niet kan toerekenen aan de werkgever eigenrisicodrager (ERD). Een wettelijke grondslag hiervoor ontbreekt in de Wet WIA.

Achterstanden UWV

Het UWV kampt al jaren met flinke achterstanden in de sociaal-medische beoordelingen. De voornaamste oorzaken hiervan zijn een tekort aan verzekeringsartsen en de complexiteit van de systemen. De sociaal-medische beoordelingen voor onder andere de Wet WIA, Ziektewet, Wajong, WAO en Participatiewet zijn daardoor veelvuldig te laat. Alleen al voor de WIA-claimbeoordelingen gold eind 2022 een achterstand van meer dan 17.000 gevallen, zo volgt uit het UWV Jaarverslag 2022.

Recentelijk zijn maatregelen genomen om deze achterstanden terug te dringen, zoals de vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling voor 60-plussers, effectievere inzet van verzekeringsartsen in de Ziektewet, periodieke monitoring van de WGA 80-100 groep, en het opzetten van Sociaal medische centra (SMC’s). Deze lijken tot voorzichtige kentering te leiden. Verdere maatregelen, zoals aanpassing van het aanvraagproces voor WIA-herbeoordelingen en de tijdelijke maatregel ‘Praktisch Beoordelen’ zijn aangekondigd. Oplossingen voor de lange termijn zullen worden gebaseerd op de bevindingen van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS), die op 9 oktober 2023 een tussenrapportage uitbracht.

Wij schreven eerder een artikel over de achterstanden bij het UWV in relatie tot de ontslagaanvraag bij het UWV wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.

WIA-claimbeoordeling

Een langdurig zieke werknemer doet de WIA-aanvraag vanaf de 88e week van de arbeidsongeschiktheid. Idealiter behandelt het UWV de aanvraag voordat het einde van de wachttijd van 104 weken is bereikt. Als het UWV dan oordeelt dat de werknemer ten minste 35% arbeidsongeschikt is, dan krijgt de werknemer een WGA- of IVA-uitkering direct na het einde van de wachttijd.

Als een langdurig zieke werknemer een WIA-uitkering krijgt, dan leidt dit voor de (ex-)werkgever mogelijk tot een kostenverhoging. De publiek verzekerde (middelgrote of grote) werkgever gaat een hogere premie Werkhervattingskas (Whk) betalen. Werkgevers kunnen ervoor kiezen om af te zien van de publieke verzekering. Zij betalen dan geen premie, maar dragen het risico van eventuele arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zelf (of verzekeren dit bij een private verzekeraar): de zogenaamde werkgever eigenrisicodrager (ERD).

Als het UWV een WIA-uitkering toekent aan een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, door middel van een toekenningsbesluit, dan wordt deze vervolgens aan de werkgever ERD toegerekend, door middel van een toerekeningsbesluit. De IVA-uitkering, bij duurzame volledige arbeidsongeschiktheid, wordt niet toegerekend aan de werkgever ERD; de WGA-uitkering in beginsel wel.

WGA-voorschotten

Wat nu als het UWV te laat is met de WIA-claimbeoordeling? De werknemer kan dan verstoken zijn van inkomsten: na het einde van de wachttijd eindigt de loondoorbetalingsverplichting en de werknemer heeft nog geen uitkering. In die gevallen kan de werknemer een voorschot krijgen op de uitkering: het WGA-voorschot.

Het WGA-voorschot is net zo hoog als een WGA-uitkering. De eerste twee maanden 75% van het WIA-maandloon, daarna 70%. Het UWV rekent deze kosten toe aan en verhaalt deze op de werkgever ERD. Dit doet het UWV op grond van een zinsnede uit artikel 84 lid 3 Wet WIA, waarin staat dat het UWV de kosten van een voorschot verhaalt op de werkgever ERD. Deze zinsnede is sinds 1 januari 2022 in de Wet WIA opgenomen door de zogenaamde Verzamelwet SZW 2022.

Wettelijke grondslag ontbreekt

Ook voor 1 januari 2022 was het toerekenen van WGA-voorschotten al gangbare praktijk bij het UWV. Met de wijziging in de Verzamelwet SZW 2022 heeft de wetgever dit (ogenschijnlijk) willen codificeren. In de rechtspraak en literatuur speelt al langere tijd de vraag of de zinsnede in artikel 84 lid 3 Wet WIA hiervoor voldoende is. Zo ook in de zaak bij de Bestuursrechter Arnhem.

In deze zaak ging het om een mechanisch operator die wegens ziekte was uitgevallen. De WIA-aanvraag is tijdig gedaan, maar het UWV had voor de afhandeling meer tijd nodig. Aan de werknemer werd na het einde van de wachttijd een WGA-voorschot toegekend door middel van een voorschotbesluit. Dit voorschot werd toegerekend aan en verhaald op de werkgever ERD. De werkgever ERD was het hiermee niet eens en ging in bezwaar en beroep.

Allereerst staat de bestuursrechter stil bij het procesbelang van de werkgever ERD. Aan de werknemer was namelijk inmiddels – meer dan een jaar later – een WGA-uitkering toegekend. Die WGA-uitkering werd aan de werkgever ERD toegerekend met terugwerkende kracht vanaf de eerste uitkeringsdag en is verrekend met de betaalde voorschotten. Toch heeft de werkgever ERD belang bij het voortzetten van het beroep tegen de toerekening van de WGA-voorschotten, omdat niet ‘voorshands onaannemelijk’ is dat de werkgever ERD schade heeft geleden door de werkwijze van het UWV, aldus de bestuursrechter.

Vervolgens beantwoordt de bestuursrechter de vraag of de Wet WIA een grondslag kent voor de toerekening van WGA-voorschotten aan werkgevers ERD. De bestuursrechter oordeelt dat dit niet het geval is. De met de Verzamelwet SZW 2022 geïntroduceerde zinsnede is onvoldoende. De reden hiervoor is dat de wetssystematiek van de Wet WIA maakt dat ‘verhaal’ en ‘toerekening’ niet hetzelfde zijn. Artikel 82 en 83 Wet WIA beschrijven wanneer een uitkering aan de werkgever ERD mag worden toegerekend; oftewel, creëren een wettelijke grondslag voor toerekening van uitkeringen aan de werkgever ERD. In deze artikelen is niets opgenomen over toerekening van voorschotten. Uit de wetsgeschiedenis van de Verzamelwet SZW 2022 volgt ook niet dat de wetgever deze bevoegdheid voor het UWV wilde creëren, aldus de bestuursrechter: artikel 84 lid 3 Wet WIA spreekt alleen over verhaal, niet over toerekening.

De bestuursrechter verklaart het beroep van de werkgever ERD dan ook gegrond, vernietigt de toerekeningsbesluiten van het UWV en oordeelt dat de uitspraak in de plaats hiervan treedt, waardoor de voorschotten niet aan de werkgever ERD worden toegerekend. Daarnaast veroordeelt de bestuursrechter het UWV tot betaling van het griffierecht en de proceskosten.

Andere rechtspraak, zelfde conclusie

De Bestuursrechter Arnhem is niet de eerste bestuursrechter die op deze wijze oordeelt. Zowel zaken van voor als na 1 januari 2022 werden in het nadeel van het UWV beslecht:

  • Een belangrijk oordeel van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), de hoogste bestuursrechter in sociaalzekerheidszaken, werd gewezen op 8 maart 2023. De CRvB oordeelde dat de Wet WIA, noch de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb), een grondslag kende voor toerekening van voorschotten aan de werkgever ERD. De CRvB volgde hiermee de uitspraak van de Bestuursrechter Roermond. Dit oordeel ging over de situatie van vóór januari 2022: de Roermondse zaak vormde de aanleiding voor de wetgever om artikel 84 lid 3 Wet WIA aan te passen in de Verzamelwet SZW 2022.
  • De Bestuursrechters Utrecht en Almelo oordeelden respectievelijk op 16 november 2022 en 13 juli 2023 over de vraag of de Verzamelwet SZW 2022 een wettelijke grondslag heeft gecreëerd voor toerekening van voorschotten. Deze bestuursrechters komen, evenals de besproken zaak van de Bestuursrechter Arnhem, tot het oordeel dat dit niet het geval is. Naar hun oordeel moet de wet een duidelijke grondslag bevatten, omdat het voor de werkgever ERD belastende besluiten betreft. Daarbij past niet dat de wet ruim wordt uitgelegd: de grondslag moet ondubbelzinnig uit de wet voortvloeien. Dat is nu niet het geval.

UWV mag WGA-voorschotten niet toerekenen

Uit verschillende uitspraken van bestuursrechter volgt duidelijk dat voor de gangbare praktijk bij het UWV geen wettelijke grondslag bestaat. Toch past het UWV deze werkwijze nog niet aan. Minister Van Gennip (inmiddels demissionair) heeft in een Kamerbrief aangekondigd pas tot wijziging van dit beleid over te gaan als de CRvB in hoger beroep heeft geoordeeld dat ook ná 1 januari 2022 geen wettelijke grondslag bestaat. Dit hoger beroep loopt. De verwachting is dat de uitspraak in die zaak in lijn zal zijn met de voornoemde uitspraken. Het UWV zal dan het beleid moeten aanpassen, óf de wetgever zal alsnog een wettelijke grondslag moeten creëren in de Wet WIA. Wij houden de ontwikkelingen in de gaten en informeren u als meer duidelijkheid bestaat.

Meer weten? Neem dan contact op met onze sectie Arbeidsrecht.

Nog geen abonnee? Meld u dan hier aan voor onze nieuwsbrief.

Contact

Advocaat

Bo Leeuwestein

Expertises:  Arbeidsrecht, Medezeggenschapsrecht,

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte

Klik op het plusje en schrijf je in voor updates over dit onderwerp.

Expertise(s)

Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.

Persoonlijke gegevens

 

Bedrijfsgegevens

Meer informatie over hoe we uw persoons­gegevens gebruiken, kunt u lezen in onze privacyverklaring. U kunt uw voorkeuren altijd wijzigen via de link ‘Profiel wijzigen' of u afmelden via de link ‘Afmelden'. Deze links vindt u onderaan ieder bericht dat u van Ploum ontvangt.

* Verplicht in te vullen velden.

Geïnteresseerd in

Persoonlijke gegevens

 

Bedrijfsgegevens

Meer informatie over hoe we uw persoons­gegevens gebruiken, kunt u lezen in onze privacyverklaring. U kunt uw voorkeuren altijd wijzigen via de link ‘Profiel wijzigen' of u afmelden via de link ‘Afmelden'. Deze links vindt u onderaan ieder bericht dat u van Ploum ontvangt.

* Verplicht in te vullen velden.

Geïnteresseerd in

Account aanmaken

Haal alles uit Ploum.nl. Binnen een minuut geregeld.

Ik heb al een account

Voordelen Mijn Ploum

  • Volgen wat u interessant vindt
  • Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses

*Verplicht in te vullen velden.

Ik heb al een account

Voordelen Mijn Ploum

Volgen wat u interessant vindt

Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses

{phrase:advantage_3}

{phrase:advantage_4}


Waarom vragen we uw naam?

We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.

Wachtwoord

Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.