Amazon en andere hybride platforms zelf aansprakelijk voor merkinbreuk?

27 dec '22

De hoogste Europese rechter heeft geoordeeld dat exploitanten van platforms, zoals Amazon, zelf merkinbreuk kunnen plegen, wanneer hun verkooppartners namaakproducten aanbieden en het eigenlijk niet echt duidelijk is voor de consument of die producten door Amazon of door de verkooppartner worden aangeboden.

Op 22 december 2022 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak van Louboutin tegen Amazon[1], een belangrijke uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid voor merkinbreuk van hybride platforms. Hybride platforms, zoals Amazon, bieden niet alleen zelf - als retailer - producten aan, maar stellen hun elektronische marktplaats ook open voor verkooppartners, die voor eigen rekening en risico producten aanbieden.  De producten die door het platform zelf worden aangeboden staan vaak door elkaar met de producten van partners. Ook verzorgt het platform vaak diensten zoals het opslaan en verzenden van producten voor de verkooppartner.

Louboutin is een beroemde Franse ontwerper en vooral bekend om zijn damesschoenen met hoge hakken en rode zool. Louboutin treedt regelmatig op tegen door partners van Amazon aangeboden kopieën van zijn schoenen op platforms als Amazon.

Bij procedures in Luxemburg en België kwam de vraag op in hoeverre Amazon zelf aansprakelijk kan zijn wegens merkinbreuk voor deze aanbiedingen omdat Amazon de schoenen toch niet zelf verkoopt en hoogstens een marktmeester zou zijn.  Daarover hebben de Belgische en Luxemburgse rechters, omdat het over EU-recht gaat, vragen van uitleg gesteld aan het Hof van Justitie.

Eerder vond het Hof van Justitie in een geschil tussen Coty en Amazon[2] dat Amazon niet zelf aansprakelijk zou zijn voor merkinbreuk van door partners aangeboden producten, ook al verzorgde Amazon voor die partners de zogeheten fulfilment, bestaande uit opslag en verzending.

Het Hof lijkt nu terug te komen op dit oordeel.

Het Hof vond dat een exploitant van een hybride platform, zoals Amazon, waarin naast zijn eigen verkoopaanbiedingen ook een onlinemarktplaats is geïntegreerd, onder omstandigheden, ook kan worden geacht het inbreukmakende merk zelf te gebruiken (en dus zelf aansprakelijk kan zijn voor de verhandeling van inbreukmakende producten), ook al wordt het product aangeboden door een partner van Amazon.

Die situatie doet zich volgens het Hof voor als het voor de gemiddelde consument eigenlijk niet duidelijk is of het nu Amazon is of de verkooppartner die het inbreukmakende product aanbiedt. Daarbij speelt dan mee dat de producten van Amazon en de verkooppartners gewoon door elkaar worden gepresenteerd en Amazon voor beide soorten aanbiedingen adverteert en het Amazon-logo in de advertenties wordt getoond. Dat Amazon ook nog fulfilmentdiensten, zoals opslag en verzending, aanbiedt voor de door de verkooppartner aangeboden producten, versterkt de indruk bij de consument dat de producten van Amazon komen.

De uitspraak wordt verwelkomd door merkhouders die hierdoor gemakkelijker kunnen optreden tegen de verhandeling van namaak- en parallelgeïmporteerde producten op online marktplaatsen.

 

[1][1] Gevoegde zaken C-148/21 en C-184/21, ECLI:EU:C:2022:1016, nog niet beschikbaar in het Nederlands en Engels

[2] Zaak C-567/18, ECLI:EU:C:2020:267

Contact

Advocaat, Partner

Willem Leppink

Expertises:  Intellectuele Eigendom, Europees recht, Merk- en Modelregistratie, Marketing en Reclame, Technologie, Media en Telecom, Food, E-commerce,

Advocaat, Partner

Sabin Tigu

Expertises:  Intellectuele Eigendom, Merk- en Modelregistratie, Technologie, Media en Telecom, Start-up en Scale-up,

Heeft u vragen over de informatie op deze pagina?

+31 (0)10 4406440 info@ploum.nl

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte

Klik op het plusje en schrijf je in voor updates over dit onderwerp.