04 dec '20
Op 1 december 2020 heeft het Hof van Justitie van de EU de door de Hoge Raad – in de zaak tussen FNV en transportbedrijf Van den Bosch – gestelde prejudiciële vragen beantwoord. Het Hof bevestigt daarin dat de Detacheringsrichtlijn van toepassing is op transnationaal wegvervoer. Ook worden handvatten gegeven over de vraag wanneer sprake is van terbeschikkingstelling op het grondgebied van een lidstaat. Als daarvan sprake is, is de WagwEU van toepassing en heeft de ter beschikking gestelde werknemer als uitgangspunt recht op de ‘harde kern’ arbeidsvoorwaarden van die lidstaat.
Van den Bosch heeft drie ondernemingen die gevestigd zijn in Nederland, Duitsland en Hongarije. Deze ondernemingen behoren tot hetzelfde concern, hebben dezelfde bestuurder en dezelfde aandeelhouder. Tussen die ondernemingen zijn charterovereenkomsten gesloten voor internationale transporten, waarbij gebruik wordt gemaakt van chauffeurs uit Duitsland en Hongarije. Deze chauffeurs hebben arbeidsovereenkomsten met de Duitse en Hongaarse ondernemingen. Dit chartervervoer vindt doorgaans plaats vanuit Nederland en eindigt daar ook. Verder vindt dit vervoer in meer dan overwegende mate plaats buiten Nederland.
FNV stelt zich op het standpunt dat de chauffeurs uit Duitsland en Hongarije recht hebben op de ‘harde kern’ van de toepasselijke cao Goederenvervoer, omdat zij kwalificeren als ‘ter beschikking gestelde werknemers’ in de zin van de Detacheringsrichtlijn. FNV heeft op deze grond tegen de drie transportondernemingen vorderingen ingesteld. In eerste aanleg zijn die toegewezen, maar in hoger beroep is dit vonnis vernietigd. Het gerechtshof oordeelde dat de betreffende charters niet binnen de werkingssfeer van de Detacheringsrichtlijn vielen, omdat die richtlijn enkel ziet op charters die – overwegend – ‘op het gebied’ van een andere lidstaat worden uitgevoerd.
FNV heeft tegen deze uitspraak cassatie ingesteld, waarna de Hoge Raad een aantal prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie heeft gesteld. Het Hof heeft die vragen deze week beantwoord.
Zoals al werd verwacht, bevestigt het Hof dat de Detacheringsrichtlijn van toepassing is op transnationaal wegvervoer.
Dan gaat het Hof in op een belangrijke vraag, namelijk onder welke voorwaarden sprake is van terbeschikkingstelling op het grondgebied van een lidstaat. Indien daarvan sprake is, heeft de chauffeur recht op de ‘harde kern’ arbeidsvoorwaarden van die lidstaat.
Het Hof wijst erop dat het werk dat de werknemer verricht een voldoende nauwe band moet vertonen met dat grondgebied. Wanneer daarvan sprake is, wordt bepaald op basis van alle omstandigheden van het geval, waarbij specifiek worden benoemd:
Met betrekking tot het aandeel van de werkzaamheden in de dienstverrichting als geheel, zijn relevant: (i) het laden of lossen van goederen en (ii) het onderscheiden of schoonmaken van voertuigen. Tenzij die werkzaamheden niet worden verricht door de chauffeurs, maar door derden.
Een werknemer die, op het grondgebied van de lidstaat waarheen hij is gezonden, zeer beperkte diensten verricht, kan volgens het Hof niet worden beschouwd als ‘ter beschikking gesteld’. Denk daarbij aan een chauffeur die:
Het Hof merkt verder op dat, het feit dat (i) een chauffeur werkzaam is in het internationaal vervoer en (ii) door een in een lidstaat gevestigde onderneming ter beschikking is gesteld van een in een andere lidstaat gevestigde onderneming en (iii) de instructies voor zijn opdrachten ontvangt op het hoofdkantoor van die tweede onderneming en die opdrachten daar begint of beëindigt, op zich ontoereikend is om te stellen dat die chauffeur op het grondgebied van die andere lidstaat ter beschikking is gesteld, indien het werk dat die chauffeur verricht op basis van andere factoren geen voldoende nauwe band vertoont met dat grondgebied.
Desgevraagd, antwoordt het Hof dat het bestaan van een concernverhouding tussen de ondernemingen die partij zijn bij de overeenkomst voor de terbeschikkingstelling van werknemers, niet relevant is voor het bepalen van de mate waarin het verrichte werk verband houdt met het grondgebied van de lidstaat waar die werknemers naartoe worden gezonden.
Tot slot merkt het Hof nog op dat, in het specifieke geval van cabotagevervoer, de Detacheringsrichtlijn in elk geval van toepassing is en tevens kan worden aangenomen dat het werk, dat de chauffeur in het kader van dat vervoer verricht, een voldoende nauwe band heeft met het grondgebied van de lidstaat van ontvangst (omdat dat vervoer volledig plaatsvindt op dat grondgebied).
Hoewel het Hof zeker handvatten geeft, blijft het complex om vast te stellen wanneer chauffeurs in het transnationale wegvervoer recht hebben op de ‘harde kern’ van arbeidsvoorwaarden van een lidstaat. Wellicht dat de Hoge Raad in zijn uitspraak (nog) meer duidelijkheid verschaft en anders is het voor de praktijk te hopen dat deze handvatten in de lagere rechtspraak snel uitkristalliseren.
Meer weten over internationale detachering? Neem contact op met één van onze specialisten!
15 apr 24
15 apr 24
08 apr 24
04 apr 24
04 apr 24
02 apr 24
02 apr 24
28 mrt 24
27 mrt 24
21 mrt 24
20 mrt 24
19 mrt 24
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.