Weer een stap dichter bij de AI-Verordening

Zoals we al in september 2022 beschreven wordt er in de AI-Verordening onderscheid gemaakt tussen artificial intelligence systemen op basis van risiconiveaus en zal er dus telkens een beoordeling moeten plaatsen vinden van het risico dat het AI-systeem oplevert. Hoe meer risico het systeem oplevert, hoe strenger de regelgeving die verplichtingen oplegt aan aanbieders en gebruikers van de systemen. Het Europees Parlement wil onderscheid maken tussen systemen met een onaanvaardbaar risico (deze systemen zijn verboden), systemen met een hoog risico, generatieve AI-systemen (denk aan ChatGPT) en systemen met een beperkt risico.

In de eerdere concepttekst van de AI-Verordening was al een aanzienlijke lijst opgenomen met systemen die leiden tot een onaanvaardbaar risico. Met de stemming van het Europees Parlement van 14 juni 2023 zijn hier nog een aantal systemen aan toegevoegd, denk aan een algemeen verbod op realtime-gezichtherkenning op openbare plekken en post biometrische identificatiesystemen op afstand.

De gesprekken met de EU-landen in de Raad zullen nu beginnen over de definitieve vorm van de AI-Verordening. Het doel is om tegen het einde van dit jaar tot een akkoord te komen.

We houden jullie op de hoogte!