05 okt '21
Op 13 september 2021 heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen de FNV en Uber. Het geschil draaide om de vraag of de Uber-chauffeurs moeten worden aangemerkt als werknemers of als zelfstandigen. Oftewel: maken de chauffeurs gebruik van een arbeidsovereenkomst of van een overeenkomst van opdracht? Deze vraag is actueel en wordt als het gaat om platformarbeid de laatste jaren vaker aan de rechter voorgelegd. Zo oordeelde het Hof Amsterdam eerder dit jaar dat bezorgers van Deliveroo werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Bovendien oordeelde het Hof Amsterdam recent ook dat de schoonmakers die via online platform Helpling werken voor particulieren, kunnen worden aangemerkt als uitzendkrachten. Kortom: veel flexibele krachten die nu toch opeens werknemer blijken te zijn. Hoe is dit mogelijk? Wij illustreren dit aan de hand van recente rechtspraak.
De rechtbank heeft in de Uber-zaak en Deliveroo-zaak beslist dat de chauffeurs respectievelijk bezorgers niet kunnen worden aangemerkt als zelfstandige ondernemers, maar juist als werknemers, ondanks het feit dat partijen een overeenkomst met opdracht met elkaar hebben gesloten. Ook in de Helpling-zaak werd er door de papieren afspraken heen geprikt. Dit is lijn met een uitspraak van de Hoge Raad van vorig jaar. In deze zaak werd beslist dat de partijbedoelingen niet relevant zijn voor de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Met andere woorden: het maakt niet uit welk etiket partijen zelf op hun overeenkomst wensen te plakken; als de samenwerking voldoet aan de wettelijke criteria van arbeid, loon, en gezag, is er sprake van een arbeidsovereenkomst.
De Uber-zaak vormt hiervan een mooie illustratie. Hieronder gaan wij in op de feiten in deze zaak en de beoordeling van arbeid, loon en gezag. Over de Deliveroo-zaak schreven wij eerder een blog dat u hier kunt terugvinden.
Uber maakt gebruik van een platform waarin zij bemiddelt tussen chauffeurs en passagiers. Het platform werkt als volgt. De chauffeurs kunnen zich aanmelden via de applicatie. Voordat de chauffeurs aan de slag kunnen, moeten ze akkoord gaan met de ‘Voorwaarden voor onafhankelijke Uber-partners’. Uber kan deze voorwaarden eenzijdig wijzigen en daarnaast kan ze een chauffeur eenzijdig van het platform uitsluiten. Uber beoordeelt de chauffeurs op basis van ratings van passagiers, selecteert op basis hiervan chauffeurs en auto’s voor bepaalde ritten, en stelt eenzijdig de tarieven vast.
Op basis hiervan is vakbond FNV van mening dat Uber kwalificeert als werkgever in de taxibranche, en zij heeft Uber dan ook aangespoord om zich aan de CAO Taxivervoer te houden. Uber was hiertoe niet bereid en verweert zich met de stelling dat zij ‘slechts’ een technologiebedrijf is. Uber ziet zichzelf slechts als een bemiddelaar tussen chauffeur en passagier. Omdat partijen er onderling niet uitkwamen, moest de rechtbank het geschil beslechten.
In art. 7:610 BW staan de drie voorwaarden voor de arbeidsovereenkomst. De rechtbank heeft deze voorwaarden als volgt uitgewerkt.
Ten eerste moet er sprake zijn van arbeid. Volgens de rechtbank wordt aan deze voorwaarde onmiskenbaar voldaan, omdat de passagiers voor Uber worden vervoerd. Het verweer van Uber dat zij slechts bemiddelt tussen passagier en chauffeur is onjuist, omdat de chauffeur een overeenkomst aangaat met Uber om te kunnen toetreden tot het platform en ritten te kunnen verzorgen.
Ten tweede moet er loon worden betaald. Het staat buiten kijf dat de chauffeurs een vergoeding ontvangen voor de gereden taxiritten. Volgens Uber mag die vergoeding echter niet als loon worden beschouwd, omdat de passagier voor de taxirit betaalt. Hierbij geeft Uber slechts het geld door aan de chauffeurs, minus de servicekosten. Hoewel dit standpunt van Uber juist is, betekent dat niet automatisch dat de chauffeurs geen loon ontvangen. Immers, hoe de vergoeding wordt aangeduid, is niet relevant.
Ten derde is een gezagsverhouding vereist. Volgens de rechtbank is hier sprake van een ‘moderne gezagsverhouding’. Dit houdt in dat de controlefunctie van de werkgever indirecter dan voorheen is geworden en dat de werknemer zelfstandiger is geworden. Hieraan legt de rechtbank ten grondslag dat Uber onder andere eenzijdig de voorwaarden waaronder de chauffeurs werken kan bepalen en wijzigen. Daarnaast mogen de chauffeurs niet zelf het tarief bepalen waartegen zij de autoritten verzorgen, maar wordt het tarief vooraf vastgesteld door Uber. Weliswaar mogen de chauffeur en de passagier onderling een andere prijsafspraak maken, maar van een vrije onderhandeling is geen sprake. Verder is een beoordelingsfunctie in de Uber-app ingebouwd, wat van invloed is op de frequentie en de financiële vergoeding van de aangeboden autoritten. Wanneer een chauffeur meerdere malen slecht wordt beoordeeld, kan de chauffeur van het platform worden verwijderd. Aan de andere kant geldt dat chauffeurs met een goede beoordeling financieel aantrekkelijke autoritten krijgen aangeboden. Ook kan Uber chauffeurs verwijderen die vaak autoritten weigeren, ook al betoogt het bedrijf dat een chauffeur te allen tijde een rit mag afslaan. Aan het voorgaande doet niet af dat de chauffeurs zelf hun uren mogen bepalen of dat de chauffeurs tegelijk mogen gebruikmaken van andersoortige boekingapplicaties.
Conclusie
De rechtbank komt tot de conclusie dat Uber en de chauffeurs werken op basis van een arbeidsovereenkomst op grond van art. 7:610 BW. Hieraan doet niet af dat partijen een overeenkomst van opdracht zijn overeengekomen. Mede hierdoor valt Uber onder de werkingssfeer van de CAO Taxivervoer, waardoor Uber aan alle chauffeurs een minimumloon moet uitkeren. De kous is met deze uitspraak echter nog niet af, want Uber heeft direct na de uitspraak aangekondigd dat ze in hoger beroep zal gaan tegen het oordeel. De strijd tussen de FNV en Uber is dus nog niet gestreden. Wij houden u op de hoogte van het vervolg en andere interessante ontwikkelingen op het gebied van platformarbeid.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze uitspraak? Neem dan contact op met ons Team Arbeidsrecht.
Dit artikel is mede geschreven door Tomas Vos.
20 dec 24
18 dec 24
10 dec 24
04 dec 24
29 nov 24
25 nov 24
19 nov 24
13 nov 24
11 nov 24
07 nov 24
01 nov 24
21 okt 24
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.