15 dec '25
Ondernemingsraadsleden nemen binnen de onderneming een bijzondere positie in. Zij krijgen veel vertrouwelijke informatie, adviseren over en stemmen in met belangrijke besluiten, beoordelen beleid en voorwaarden, en bieden waar nodig tegenwicht aan de bestuurder in het belang van de onderneming en collega’s. Dat kan spanning opleveren. Om te voorkomen dat ondernemingsraadsleden vanwege deze rol nadeel ondervinden in hun arbeidsrechtelijke positie, kent de wet hen bescherming toe in de vorm van het benadelings- en opzegverbod.
Een ondernemingsraadslid mag niet worden benadeeld vanwege het lidmaatschap van de ondernemingsraad of vanwege (de manier van) het vervullen van de medezeggenschapstaak. Deze bescherming ziet op alle facetten van de arbeidsrelatie en is dus niet beperkt tot ontslag. Ook beslissingen over bijvoorbeeld salaris, beoordeling, promotie, (her)plaatsing, opleiding, of functiewijziging vallen onder het benadelingsverbod.
Benadeling is niet altijd direct zichtbaar. Het kan gaan om subtiele vormen, zoals onthouding van ontwikkelkansen of negatieve beoordelingen zonder goede onderbouwing. Daarbij is niet nodig dat de werkgever beoogt het OR-lid te benadelen. Doorslaggevend is of een verband bestaat tussen de OR-activiteiten en het nadeel dat de werknemer ondervindt.
Het benadelingsverbod geldt ook voor andere personen dan ondernemingsraadsleden, zoals de ambtelijk secretaris en commissieleden. De ondernemingsraad zelf, zijn leden, en deze andere personen, kunnen een procedure starten bij de kantonrechter als sprake is van (vermeende) benadeling. De rechterlijke beoordeling is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, zoals de timing van een besluit, eerdere beoordelingen, interne communicatie, en of vergelijkbare besluiten ook voor niet-OR-leden zijn genomen.
Als een ondernemingsraadslid aannemelijk maakt dat sprake is van benadeling die mogelijk verband houdt met het OR-werk, dan moet de werkgever aantonen dat het besluit op andere, objectieve gronden is genomen. De kantonrechter kan verschillende maatregelen opleggen afhankelijk van het soort benadeling, zoals het intrekken van een beoordeling, terugdraaien van het ontslag, of het alsnog aanbieden of betalen van wat eerder niet was toegekend.
Naast het benadelingsverbod kent de wet voor ondernemingsraadsleden een zogenaamd tijdens-opzegverbod. De arbeidsovereenkomst mag niet worden opgezegd tijdens en tot twee jaar na het lidmaatschap van de (centrale of groeps)ondernemingsraad of van een OR-commissie, of tijdens de plaatsing op een kandidatenlijst. Zolang een werknemer deze status heeft, kan de arbeidsovereenkomst niet worden opgezegd.
Het opzegverbod gaat niet zo ver dat een ondernemingsraadslid nooit kan worden ontslagen. De wet kent uitzonderingen. Het opzegverbod geldt bijvoorbeeld niet als de werknemer met de opzegging instemt, bij een proeftijdontslag, of bij een ontslag op staande voet. Bij een reorganisatie geldt het opzegverbod niet als sprake is van een bedrijfssluiting, of als het ondernemingsraadslid langer dan 26 weken werkzaam is op de arbeidsplaats die vervalt. De 26-wekeneis is bedoeld om misbruiksituaties te voorkomen, waarbij het ondernemingsraadslid op een functie wordt geplaatst die kort daarna vervalt door een reorganisatie. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van ondernemingsraadsleden via de kantonrechter is mogelijk als daarvoor een redelijke grond voor ontslag bestaat die geen verband houdt met het OR-lidmaatschap. Bijvoorbeeld verwijtbaar handelen, disfunctioneren, en een verstoorde arbeidsverhouding, die kunnen worden geabstraheerd van het OR-lidmaatschap en op zichzelf nog voldoende zijn voor ontslag.
De rechter toetst ook hier alle feiten en omstandigheden om te beoordelen of sprake is van een verband tussen het ontslagvoornemen en het OR-lidmaatschap. Het ondernemingsraadslid dat zich op het opzegverbod beroept moet dit verband aannemelijk maken. Als dit lukt, zal de werkgever moeten aantonen dat van een verband met het OR-lidmaatschap geen sprake is. Lukt dit de werkgever niet, omdat een duidelijke en objectieve onderbouwing ontbreekt, dan zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst niet ontbinden.
Het benadelingsverbod en het opzegverbod vormen een belangrijk fundament voor de onafhankelijke positie van de ondernemingsraad. Ondernemingsraadsleden lopen hierdoor minder persoonlijke risico’s bij het vervullen van hun medezeggenschapstaak. Het beschermingsregime draagt bij aan een goed functionerende medezeggenschap. Voor ondernemers is bij beslissingen die een ondernemingsraadslid raken extra zorgvuldigheid is geboden. Benadeling of ontslag is niet onmogelijk, maar objectieve motivering en een goed dossier zijn daarbij essentieel.
Meer weten? Neem dan contact op met onze sectie Arbeidsrecht.
Nog geen abonnee? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief.
16 dec 25
15 dec 25
15 dec 25
15 dec 25
11 dec 25
11 dec 25
11 dec 25
11 dec 25
03 dec 25
02 dec 25
01 dec 25
01 dec 25
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.