20 okt '25
In de luchtvaartpraktijk is het een bekend fenomeen: de zogenaamde no-show clausule. De no-show clausule geeft een luchtvaartmaatschappij de mogelijkheid om de resterende delen van een vlucht ongeldig te verklaren als een passagier niet opdaagt voor het eerste deel van de reis. Denk aan een passagier die een retourticket Amsterdam–New York–Amsterdam boekt, maar alleen de terugvlucht wil gebruiken. Of een passagier die expres een reis boekt met een overstap, met de intentie om alleen van één van die delen gebruik te maken. In veel gevallen kan de vervoerder die terugreis of de rest van de reis van de passagier dan annuleren op grond van de no-show clausule.
In de afgelopen jaren zijn deze clausules echter onder toenemende druk komen te staan, zowel juridisch als politiek. Voor luchtvaartmaatschappijen vormt deze ontwikkeling een aandachtspunt, omdat het direct raakt aan de fundamenten van hun commerciële strategie.
No-show clausules zijn in beginsel toegestaan, mits ze transparant en duidelijk gecommuniceerd worden bij het sluiten van de vervoersovereenkomst en voorzien zijn van uitzonderingsgronden[1]. Voor luchtvaartmaatschappijen zijn deze clausules essentieel om de situatie tegen te gaan waarbij passagiers bewust goedkopere tickets boeken (bijvoorbeeld via een tussenstop), maar uiteindelijk alleen gebruik maken van een deel van de reis.
Toch zijn er in de afgelopen jaren diverse juridische uitspraken geweest waarin nationale rechters binnen de EU de no-show clausules als onredelijk bezwarend hebben bestempeld, met name wanneer de passagier geen daadwerkelijke schade veroorzaakt door niet op te dagen. In meerdere Europese landen is deze discussie actueel, met gemengde uitspraken tot gevolg.
Op Europees niveau wordt momenteel gewerkt aan een herziening van Verordening (EG) nr. 261/2004 inzake de rechten van luchtvaartpassagiers[2]. Deze herziening bevindt zich op dit moment in de tweede lezing bij het Europees Parlement. In dat kader wordt door de Europese instanties gepleit voor een verbod op de no-show clausules, of ten minste voor strengere regels omtrent transparantie en toegestane uitzonderingen.
Hoewel de Europese Commissie in de eerste instantie voorstander was van een gedeeltelijk no-show verbod, schreef zij naar aanleiding van het standpunt van de Raad over de herziening van de luchtvaartpassagiersverordening als volgt[3]:
“No-show”: Er is een volledig verbod op “no-show”-beleid voor terugvluchten (zonder voorwaarden) in plaats van het door de Commissie voorgestelde gedeeltelijke verbod. Volgens het voorstel van de Commissie zouden luchtvaartmaatschappijen mogen eisen dat passagiers een vergoeding betalen om een terugvlucht te nemen wanneer zij niet opdagen voor de heenvlucht. De Commissie was gekant tegen een volledig verbod op “no show”-beleid omdat dit het vermogen van luchtvaartmaatschappijen om indirecte vluchten aan te bieden tegen lagere prijzen dan rechtstreekse vluchten zou belemmeren of verzwakken en daardoor de concurrentie zou schaden. Toch is deze bepaling aanvaardbaar voor de Commissie, aangezien zij de passagiersrechten versterkt.”
Voor vervoerders betekent dit dat een belangrijk instrument om tariefstructuren te handhaven onder druk komt te staan. Dit raakt niet alleen de vrijheid van contract, maar ook de financiële haalbaarheid van gedifferentieerde tarieven binnen het luchtvervoer.
No-show clausules vormen voor luchtvaartmaatschappijen een essentieel instrument om hun capaciteit efficiënt te beheren en commerciële risico’s te beperken. Tegelijkertijd zetten de Europese wetgever en nationale rechters druk op deze praktijk, wat aanleiding geeft tot heroverweging. Met de mogelijke herziening van Verordening 261/2004 in het vooruitzicht is het voor vervoerders vooral zaak om de discussie te blijven volgen en hun positie duidelijk te blijven toelichten richting beleidsmakers en passagiers.
[1] Rechtbank Amsterdam 2 juni 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:2854.
[2] Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91.
[3] Mededeling van de commissie aan het Europees Parlement d.d. 30 september 2025, COM(2025) 630 final, 2013/0072(COD).
11 dec 25
11 dec 25
11 dec 25
11 dec 25
03 dec 25
02 dec 25
01 dec 25
01 dec 25
26 nov 25
24 nov 25
24 nov 25
24 nov 25
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.