UAV 2012 (versie 2025): hoe verder met aansprakelijkheid aannemer na oplevering

Strijdigheid UAV 2012 met de Wkb

Het nieuwe art. 7:758 lid 4 BW bepaalt dat de aannemer van een bouwwerk aansprakelijk is voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (‘Wkb’) bepaalt dit. Deze wet geldt sinds 1 januari 2024.

De UAV 2012 bepalen iets anders. In de UAV 2012 is de aannemer na oplevering niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het werk (par. 12 lid 1), tenzij sprake is van een uitzondering bedoeld in lid 2.

Par. 12 lid 1 en 2 UAV 2012 zijn onder de Wkb nietig. Art. 7:758 lid 4 BW is van semi-dwingend recht. Hiervan kan alleen ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken indien dit uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen. Een afwijking in algemene voorwaarden – waaronder de UAV 2012 – mag dus niet.

Uitkomst aansprakelijkheid na oplevering hetzelfde

Voor bouwwerken verandert de uitkomst met de herziening van de UAV 2012 niet. In de UAV 2012 (versie 2025) zijn lid 1 en 2 van par. 12 UAV 2012 geschrapt. De wet bepaalt daarom wanneer de aannemer na oplevering aansprakelijkheid is. Lid 4 van art. 7:758 BW regelt dat voor bouwwerken en lid 3 voor overige werken. Voor bouwwerken gold de wet sowieso al, want par. 12 lid 1 en 2 UAV 2012 zijn nietig onder de Wkb.

Gezamenlijke herziening UAV 2012 mislukt

Het was al langer duidelijk dat de UAV 2012 (mogelijk) moesten worden aangepast op de Wkb. In 2020 is in opdracht van het Ministerie van BZK een werkgroep herziening UAV 2012 aan de slag gegaan om de UAV 2012 aan te passen op de Wkb. Deze werkgroep bestond uit vertegenwoordigers van opdrachtgevers en opdrachtnemers.

Het besluit van de Minister om een nieuwe versie van de UAV 2012 te publiceren is opvallend. De UAV 2012 en de voorlopers daarvan zijn tot stand gekomen in nauw overleg tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Dat was ook de bedoeling met de herziening van de UAV 2012. Maar dat is volgens de Minister niet gelukt. De Minister heeft daarom zelf het besluit genomen een nieuwe versie van de UAV 2012 te publiceren.

Was deze herziening onvermijdelijk?

Veel andere mogelijkheden dan schrapping van par. 12 lid 1 en 2 UAV 2012 waren er niet. Toch is er een kans gemist. Het is niet mogelijk een regeling op te nemen in par. 12 UAV 2012 die afwijkt van art. 7:758 lid 4 BW. Dat is in strijd met deze wet.

Wel was het mogelijk geweest in par. 12 UAV 2012 een tekst op te nemen die inhoudelijk hetzelfde is als art. 7:758 lid 4 BW. Daarmee zou dezelfde regel van toepassing zijn op niet-bouwwerken. Dat beperkt een eventuele discussie over de vraag of het werk een bouwwerken is of niet. Dit bepleiten prof. mr. E.M. Bruggeman en prof. mr. C.E.C. Jansen in een artikel in TBR (‘Afstemming van de UAV en de UAV-GC op art. 7:758 lid 4 BW’, TBR 2024/1). Nu de Minister zelf de UAV 2012 (versie 2025) heeft gepubliceerd is deze kans gemist.

Afspraken in de overeenkomst

Nu de Wkb er is, is het belangrijk voor partijen om in de overeenkomst uitdrukkelijk afspraken te maken over de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer na oplevering. Partijen zien nu dat par. 12 lid 1 en 2 in de UAV 2012 (versie 2025) zijn geschrapt. Hopelijk spoort hen dat ertoe aan om in de overeenkomst expliciete afspraken te maken over de aansprakelijkheid na oplevering. Als dat het effect is van de herziene UAV 2012, dan is dat tenminste positief.

Wilt u meer lezen over de risico’s van het gebruik van de UAV 2012 onder de Wkb? Lees dan de blog van Jacob Henriquez en Simone Overbeeke.

Wilt u de UAV 2012 toepassen op uw overeenkomst? Neem voor geschikte contractsbepalingen contact op met Jacob Henriquez, partner Bouwrecht (j.henriquez@ploum.nl / 06 1210 1368).