25 sep '23
Twee Nederlandse schepen worden overgebracht naar Turkije om te worden gesloopt. Zowel de Nederlandse als de Turkse autoriteiten zijn niet op de hoogte gesteld van de voorgenomen sloop. In deze zaak werd onder andere de betrokken rechtspersoon strafrechtelijk vervolgd voor overtreding van de afvalstoffenwetgeving (Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (hierna: EVOA) in combinatie met de Wet milieubeheer).
Op 28 juni 2023 deed de rechtbank in Rotterdam uitspraak over de vraag of de schepen moeten worden aangemerkt als afvalstoffen, en of er bij de overbrenging was voldaan aan de kennisgevings- en toestemmingsprocedure van de EVOA (ECLI:NL:RBROT:2023:5700).
De verdediging voerde aan dat de schepen tot aan het moment waarop de sloop zou plaatsvinden commercieel actief waren, en daarom nut hadden voor de houder. Daarom zouden zij niet kunnen worden aangemerkt als afvalstoffen.
Met betrekking tot beide schepen oordeelde de rechtbank op basis van vaste rechtspraak echter (zie onder andere het Shell-arrest van het Europese Hof van Justitie (HvJ EU 12 december 2013, ECLI:EU:C:2013:821)) dat deze schepen als afvalstoffen moeten worden aangemerkt. De rechtspersoon had de intentie om zich te ontdoen van de schepen. Eén en ander wegens tegenvallende commerciële resultaten, en vanwege de veroudering van de schepen. Vervolgens heeft de rechtspersoon ook overeenkomsten gesloten met scheepswerven in Turkije om de schepen daar te laten ontmantelen.
Volgens de rechtbank stonden de genoemde voortdurende commerciële activiteiten van de schepen tot de sloop en de verkenning van mogelijkheden tot “varende verkoop” er niet aan in de weg dat - gelet op de intentie en het gedrag van de rechtspersoon - geconcludeerd moet worden dat beide schepen vanuit bedrijfseconomisch oogpunt een last waren voor de houder en dat deze zich van de schepen wilde ontdoen. De rechtbank stelt vast dat de schepen vanaf dat moment dus aan te merken waren als afvalstoffen.
De rechtbank stelt vervolgens vast dat op grond van de EVOA de zogenaamde ‘kennisgevingsprocedure’ van toepassing is op de overbrenging van dergelijke afvalstoffen. Dat betekent onder meer dat de autoriteit van het land van bestemming op de hoogte wordt gebracht van de overbrenging. In de onderhavige zaak oordeelt de rechtbank ten aanzien van het eerste schip dat dit schip zich in Nederland bevond toen de beslissing werd genomen om het schip te slopen, en dat bij de beslissing duidelijk was dat de sloop in Turkije zou plaatsvinden. De rechtbank concludeert dat het schip ‘als afvalstof’ is overgebracht van Nederland (en daarmee vanuit de EU) naar Turkije. Hierdoor zijn de bepalingen van de EVOA van toepassing op de overbrenging van dit schip.
Met betrekking tot het tweede schip stelt de rechtbank echter vast dat de intentie van de rechtspersoon primair was gericht op ‘varende verkoop’, welke mogelijkheid tot het laatste moment voor het sluiten van de sloopovereenkomst werd verkend. Gedurende het traject voor varende verkoop was de rechtspersoon in onderhandeling met enkele kopers. Echter, wegens het kennelijk wispelturige gedrag van een potentiële koper en de naderende deadline voor een verplichte survey van oude schepen, had de directie van de rechtspersoon pas in een later stadium besloten om het
tweede schip te verkopen aan een Turkse sloopwerf. De rechtbank is daarom van oordeel dat de bepalingen van de EVOA niet van toepassing waren op de vanuit Nederland geïnitieerde overbrengingshandelingen – want op dat moment was nog geen sprake van een afvalstof. Het schip werd pas een afvalstof toen het zich niet meer in Europese wateren bevond. Voor dit feit volgt dus vrijspraak.
Voor het beantwoorden van de vraag of de verweten gedragingen toegerekend kunnen worden aan de verdachte rechtspersoon stelt de rechtbank vast dat de directie van de verdachte rechtspersoon, bestaande uit twee (natuurlijke) medeverdachten, de beslissing heeft genomen om het eerste schip te verkopen. Omdat de directie van de verdachte rechtspersoon die beslissing heeft genomen, kunnen de verweten gedragingen worden toegerekend aan de natuurlijke personen binnen de directie. Volgens de rechtbank zijn de gedragingen van de verdachte natuurlijke personen verricht in de sfeer van de rechtspersoon – het gebruikelijke criterium om te beoordelen of een gedraging aan een rechtspersoon kan worden toegerekend. Dat betekent dat zowel de natuurlijke personen als de rechtspersoon kunnen worden aangemerkt als overtreder.
Voor de vraag of er sprake is van opzet (hetgeen betekent dat de gedragingen een misdrijf opleveren in de zin van de Wet op de economische delicten) stelt de rechtbank vast de verdachte rechtspersoon en de verdachte natuurlijke personen op de hoogte waren van de sloop van het (eerste) schip in Turkije. Bovendien heeft de rechtspersoon, al dan niet op advies, bewust gekozen voor het achterwege laten van de kennisgeving die vereist was volgens de EVOA. Dat maakt dat sprake is van opzettelijk handelen van alle betrokkenen.
In deze zaak heeft de rechtbank bij het opleggen van een straf in het bijzonder rekening gehouden met onder andere de ruime overschrijding van de redelijke termijn (i.c. 4 jaar), het ontbreken van een strafblad en het feit dat de verdachte rechtspersoon een eigen controle heeft laten uitvoeren van de sloopwerf ten behoeve van de bescherming van de mens en het milieu.
De rechtbank legt de verdachte rechtspersoon een geldboete op van €25.000,00.
Met dank aan Gurpreet Singh
20 dec 24
18 dec 24
10 dec 24
04 dec 24
29 nov 24
25 nov 24
19 nov 24
13 nov 24
11 nov 24
07 nov 24
01 nov 24
21 okt 24
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.