23 nov '21
Op 4 november 2021 is de “Wet versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit” gepubliceerd in het Staatsblad. In deze bijdrage zullen wij stilstaan bij de toevoeging van artikel 138aa aan het Wetboek van Strafrecht, en wat dit betekent voor de zogenaamde ‘uithalers’ en andere betrokken partijen zoals Rotterdamse havenbedrijven.
Nederland is een land van handel. Met de haven van Rotterdam hebben wij een van de grootste invoerlocaties van de wereld. Het is alom bekend dat de Rotterdamse haven ook een plek is waar veel cocaïne het land binnenkomt. In 2020 onderschepte het OM ruim 40.000 kilo cocaïne.[1] Met een onveranderde marktprijs is wel duidelijk dat dit slechts een fractie is van wat er werkelijk wordt ingevoerd.
We horen tegenwoordig steeds meer over zogenaamde ‘uithalers’. Dit zijn vaak jonge jongens die het Rotterdamse haventerrein binnendringen en de cocaïne uit de containers halen. In afwachting van de vracht die moet binnenkomen verblijven deze personen vaak enkele dagen op het haventerrein. Recent nog besteedde het VPRO programma Danny’s Wereld aandacht aan deze problematiek.[2] In een interview met een uithaler wordt duidelijk op welke schaal deze praktijken plaatsvinden en ook wat het directe gevaar is voor mensen die zich (legitiem) in de haven bevinden. Zo dragen zij vaak een vuurwapen en schuwen niet om geweld te gebruiken tegen iemand die ze tegenkomen.
Het is logisch dat de aanpak van uithalers hoog op de agenda staat bij de politie en het OM. Het probleem blijkt alleen niet zo eenvoudig op te lossen, zo illustreert een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam.[3] In deze zaak werd de verdachte vrijgesproken van het opzettelijk vervoeren/Nederland binnenbrengen van cocaïne, met name omdat er geen cocaïne werd aangetroffen.. Strafrechtelijk gezien is er dan vaak alleen bewijs voor het aanwezig zijn op verboden terrein. Dit is natuurlijk anders als er wél cocaïne wordt aangetroffen.[4]
De noodzaak van de aanpak van ondermijnende criminaliteit – waar drugshandel in georganiseerd verband toe behoort - is evident. Het strafrecht leek alleen onvoldoende instrumenten te bieden om dit specifieke probleem te tackelen. Vanuit de gemeente Rotterdam is mede daarom een pilot opgezet om via het bestuursrecht, door middel van een last onder dwangsom, onbevoegde betreden van het haventerrein een forse dwangsom te laten verbeuren.[5] Deze dwangsommen kunnen fors oplopen (bijvoorbeeld tot EUR 10.000,-).
Soms wordt het opleggen van een dergelijke last onder dwangsom als effectiever middel tegen ondermijnende criminaliteit gezien dan een strafrechtelijke aanpak.[6] Echter, bij de wetgever bestond toch de wens om naast het bestuursrecht toch ook voor een effectiever strafrechtelijk instrumentarium te zorgen. Met het aannemen van de Wet versterking strafrechtelijke aansprakelijkheid ondermijnende criminaliteit wordt het Wetboek van Strafrecht aangepast en artikel 138aa Sr opgenomen.
De tekst van artikel 138aa SR luidt als volgt:
1. Hij die wederrechtelijk verblijft op een in een haven, luchthaven of spoorwegemplacement gelegen besloten plaats voor distributie, opslag of overslag van goederen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
2. Hij die zich de toegang heeft verschaft tot een in het eerste lid bedoelde plaats door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of door middel van een valse of niet aan betrokkene toebehorende toegangspas, een valse hoedanigheid of misleiding van een persoon, belast met de bewaking van die plaats, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. De in het eerste en tweede lid bepaalde gevangenisstraf kan met een derde worden verhoogd, indien:
a. de schuldige zich op de besloten plaats, bedoeld in het eerste lid, de toegang heeft verschaft tot een gebouw, ruimte of vervoermiddel bestemd voor de distributie, opslag of overslag van goederen door middel van de handelingen, bedoeld in artikel 138, tweede lid;
b. het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
|
De kern van het nieuwe artikel is dat het wederrechtelijk verblijven op en het binnendringen van een haven, een vliegveld of een spoorwegemplacement wordt bedreigd met een gevangenisstraf van 1 of 2 jaar, en onder omstandigheden nog meer. Uit de Memorie van Toelichting volgt dat deze strafbedreiging wordt gerechtvaardigd omdat deze locaties bij uitstek als ‘kwetsbaar’ worden gezien.[7] Het is dus niet vereist dat wordt bewezen dat de uithalers op het terrein aanwezig waren om cocaïne uit te halen of dat ze het al uit hadden gehaald. Dit leidt tot een verruiming van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van uithalers.
Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat er nog een ander doel is van het nieuwe artikel, namelijk de mogelijkheid om de verdachte te veroordelen tot een schadevergoedingsmaatregel aan het slachtoffer (bijvoorbeeld de havenbedrijven en de luchthavens) o.g.v. artikel 36f Sr.[8] Dit is volgens de wetgever nodig gelet op de enorme consequenties van het uithalen op de werkzaamheden van de havenbedrijven en de politie.
Overigens verdient het opmerking dat de strafrechtelijke vervolging van uithalers de bestuurlijke last onder dwangsom niet uitsluit.[9] Het is vaste jurisprudentie dat de last onder dwangsom niet wordt gekwalificeerd als een criminal charge, en van dubbele bestraffing is volgens de rechter dus geen sprake. Het is dus mogelijk dat de verdachte uithaler zowel strafrechtelijk wordt vervolgd (alsook een maatregel tot schadevergoeding krijgt opgelegd), als een last onder dwangsom krijgt opgelegd.
Een strafrechtelijke aanpak van de ‘uithalersproblematiek’ is met de invoering van het nieuwe artikel 138aa Sr eenvoudiger geworden. Het artikel lijkt mogelijkheden te bieden om steviger te kunnen optreden tegen ‘uithalers’. De mogelijkheden voor havenbedrijven en andere gedupeerden om hun schade vergoed te krijgen lijken hierdoor ook te zijn verbeterd. Het OM is in ieder geval blij met de nieuwe mogelijkheden[10], en dat geldt tevens voor de vele bedrijven die met deze problematiek te maken krijgen.
Met dank aan Léon Fieret voor het opstellen van dit artikel.
[1] HARC-team onderschept ruim 40.000 kilo cocaïne in 2020 | Nieuwsbericht | Openbaar Ministerie (om.nl).
[4] Rb. Rotterdam 11 april 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:2830, Rb. Rotterdam 7 april 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:3376 en Rb. Rotterdam 10 juni 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:6047.
10 jun 25
27 mei 25
22 mei 25
13 mei 25
13 mei 25
08 mei 25
08 mei 25
01 mei 25
24 apr 25
18 apr 25
17 apr 25
15 apr 25
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.