15 okt '25
Didam I-arrest: mededingingsruimte, tenzij (…)
In het Didam I-arrest (ECLI:NL:HR:2021:1778) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een overheidslichaam bij het aangaan en uitvoeren van privaatrechtelijke overeenkomsten, gebonden is aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het gelijkheidsbeginsel. Dit geldt ook voor de beslissing met wie en onder welke voorwaarden de betreffende overheid een overeenkomst tot verkoop van een onroerende zaak sluit. Dit betekent dat als er meerdere (potentiële) gegadigden zijn voor een bepaalde grondverkoop door de overheid, of redelijkerwijs te verwachten is dat die er zijn, aan deze gegadigden een gelijke kans moet worden geboden om deze grond te kopen.
Als uitgangspunt geldt dat de overheid dan (i) een openbare selectieprocedure, met objectieve, toetsbare en redelijke criteria moet organiseren en (ii) deze selectieprocedure op gepaste wijze openbaar moet maken. Alleen als vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat er één serieuze gegadigde is voor een bepaalde verkoop, mag de overheid afzien van een openbare selectieprocedure. Het voornemen om de transactie in dat geval één-op-één aan te gaan, moet dan wel op basis van objectieve, toetsbare en redelijke criteria worden gemotiveerd en gepubliceerd.
Kortom: openbare selectie op basis van objectieve, toetsbare en redelijke criteria is het uitgangspunt. Bij de criteria op basis waarvan wordt geconcludeerd dat er maar één serieuze gegadigde is, komt aan overheden wel beleidsruimte toe. Sinds het Didam I-arrest zijn diverse uitspraken gedaan waaruit blijkt dat overheden op basis van maatschappelijke beleidsdoelstellingen gerechtvaardigd tot de keuze voor één partij kunnen komen. Het behoeft geen uitleg dat netcongestie en duurzame energie bij uitstek maatschappelijk thema’s vormen, waar overheden beleidsdoelstellingen op formuleren. Rijst de vraag of dergelijk beleid dan ook een gerechtvaardigde uitzondering op de hoofdregel van concurrentiestelling vormt. Ja, zo blijkt inmiddels al uit drie uitspraken waarin dit vraagstuk centraal stond. Wij zetten deze graag op een rij.
Rechtbank Gelderland 12 november 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:7902
De uitspraak van de rechtbank Gelderland uit 2024 betrof een voorgenomen verkoop van een perceel door de gemeente aan een netbeheerder voor de bouw van een transformatorstation. Eisers maakten bezwaar en stelde dat de gemeente met deze verkoop het gelijkheidsbeginsel schond. De rechtbank Gelderland oordeelde echter dat van een schending van het gelijkheidsbeginsel geen sprake was en dat de verkoop niet in strijd was met het Didam I-arrest.
Dit oordeel werd gebaseerd op de volgende argumenten:
De rechtbank lijkt hiermee te hebben geoordeeld dat als sprake is van ongelijke gevallen, überhaupt geen mededingingsruimte hoeft te worden geboden en dus ook niet aan de uitzonderingssituatie wordt toegekomen. Deze uitspraak werd in de praktijk twijfelachtig ontvangen. Oók als een overheid meent dat één-op-één verkoop gerechtvaardigd is omdat sprake is van ongelijke gevallen, dient nog altijd (i) te worden gemotiveerd op basis van welke objectieve, toetsbare en redelijke criteria tot deze conclusie is gekomen en (ii) publicatie van deze conclusie en criteria plaats te vinden. De Hoge Raad heeft dit in het later gewezen Didam II-arrest van 15 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1661 ook expliciet bevestigd.
In het Didam II-arrest heeft de Hoge Raad duidelijk gemaakt dat de Didam-regels onverkort van toepassing zijn in de situatie waarin sprake is van zakelijk objectieve voorwaarden waaraan slechts één partij kan voldoen. Ook in het geval dat een overheidslichaam een plan heeft ontwikkeld waarin zakelijke (objectieve) voorwaarden zijn gesteld waaraan volgens hem slechts één partij zal kunnen voldoen, moet het overheidslichaam motiveren waarom naar zijn oordeel op grond van de hiervoor bedoelde criteria bij voorbaat vaststaat, of redelijkerwijs mag worden aangenomen, dat er slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt. Deze regel strekt ertoe dat een gegadigde, die meent volgens de gestelde criteria in aanmerking te komen of meent dat de criteria niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen, alsnog een gelijke kans krijgt.
Niet lang na het Didam II-arrest volgde opnieuw een uitspraak met een beroep op netcongestie als rechtvaardiging van de uitzondering op de hoofdregel uit het Didam I-arrest. Anders dan de rechtbank Gelderland, oordeelde de rechtbank Midden-Nederland – in lijn met het Didam II-arrest - dat de voorliggende kwestie onder het toepassingsbereik van de Didam-regels viel, maar gerechtvaardigd een beroep werd gedaan op de uitzonderingssituatie.
Rechtbank Midden-Nederland 20 januari 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:94
In de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland uit 2025 ging het wederom om de verkoop van gemeentelijke grond aan een netbeheerder voor de plaatsing van een transformatorstation. Ook hier werd de gemeente geconfronteerd door een partij die stelde dat deze verkoop in strijd zou zijn met de Didam-regels. In deze uitspraak oordeelde de rechtbank Midden-Nederland dat de gemeente beleidsruimte heeft en het besluit tot één-op-één verkoop in redelijkheid had kunnen nemen. De belangrijkste argumenten waren:
Rechtbank Noord-Holland 5 augustus 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:8688
In de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland had de gemeente in 2005 als eigenaar van de onderliggende grond voor 20 jaar een recht van opstal verleend aan een derde partij ten behoeve van het oprichten en exploiteren van een windmolen. Na het verstrijken van die termijn is de gemeente voornemens opnieuw een recht van opstal te verlenen aan diezelfde partij, als ‘enige serieuze gegadigde’. De rechtbank Noord-Holland oordeelde dat beoogde partij de enige serieuze gegadigde was. De belangrijkste overwegingen waren:
In deze uitspraak zie je een interessante samenloop van overwegingen waar een overheid voor komt te staan in het kader van de energietransitie. Enerzijds, heeft de gemeente op basis van beleid de mogelijkheid om burgers conform het klimaatakkoord voor 50% te laten participeren in projecten in het kader van de energietransitie. Anderzijds, wordt de beoogde energietransitie vertraagd door netcongestie. Deze netcongestie vormt een bedreiging voor het algemeen belang van een betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorziening voor burgers en bedrijven. In deze uitspraak heeft een en ander ertoe geleid dat dit algemeen belang - van een zekere toevoer van (duurzame) energie - als redelijk criterium kwalificeerde, op basis waarvan één-op-één verlening van het opstalrecht gerechtvaardigd was.
De realiteit is dat het probleem van netcongestie alleen maar groter wordt. Duurzame energieprojecten (zoals wind- en zoninstallaties, grootschalige batterijprojecten of laadstations) doen een zwaarwegend beroep op het elektriciteitsnet. Projectontwikkelaars, overheden en netbeheerders staan daardoor voor lastige keuzes: welke projecten krijgen voorrang? Hoe bewaak je een open en eerlijke markt én hoe voorkom je dat duurzame initiatieven vertraging oplopen. In die context zullen overheden vaker genoodzaakt zijn om keuzes te maken waarbij snelheid en leveringszekerheid zwaarder wegen dan concurrentiestelling. Deze drie uitspraken zijn naar verwachting slechts nog maar het begin van een bredere juridische ontwikkeling. Waar precies de grenzen liggen van een ‘gerechtvaardigde uitzondering’ op de Didam-regels bij netcongestie, zal uit de praktijk en de rechtspraak de komende jaren blijken.
03 dec 25
02 dec 25
01 dec 25
01 dec 25
26 nov 25
24 nov 25
24 nov 25
24 nov 25
24 nov 25
17 nov 25
14 nov 25
10 nov 25
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.