Geweldig zo’n pakkende naam! Of toch niet?

Want hoe zat het merkrechtelijk ook alweer precies met beschrijvende namen? Een van de belangrijkste regels om een teken, zoals een bedrijfs- of productnaam, als merk te kunnen registreren, is dat het teken onderscheidend vermogen moet hebben en niet-beschrijvend is. Een teken wordt als beschrijvend gezien, als het een kenmerk van de aangeboden waren of diensten aangeeft. In zo’n geval voldoet het teken niet aan de vereisten (ook wel de absolute gronden genoemd) van het merkrecht en wordt de naam als merk geweigerd. De verklaring van deze regel is eigenlijk best logisch. Nu een merkregistratie een exclusief recht geeft op een teken, moet met deze vereisten worden voorkomen dat een partij een exclusief recht krijgt op bijvoorbeeld een algemeen woord, dat voor een ieder vrij moet blijven om te kunnen gebruiken.

Hou bij het bedenken van een nieuwe naam dan ook (onder andere) rekening met de regel van onderscheidend vermogen en niet-beschrijvendheid. Dit kan al op een relatief eenvoudige manier door een bepaalde woordspeling, een niet-bestaand woord of andere kwinkslag in de naam te verwerken, waardoor deze niet direct beschrijvend is voor de aangeboden producten of services. Op die manier is de naam herkenbaar én kan je deze als merk registeren, waarmee je een exclusief recht op de naam krijgt. En met dit exclusieve recht kan je ook weer optreden tegen derden die een (bijna) gelijke naam gebruiken.    

Tip: zorg dat je helemaal aan het begin controleert of jouw naam wel in aanmerking komt voor een merk, want je kan beter aan het begin een aanpassing moeten doen dan wanneer je al de eerste successen hebt bereikt. Mocht je twijfelen of de voorgenomen naam in aanmerking komt voor merkbescherming, dan denken een van onze merkengemachtigde heel graag met je mee!