05 jan '22
Een oud schip dat op weg is naar Turkije om daar gestript en gesloopt te worden zinkt voor de kust van Engeland. De betrokken natuurlijke persoon wordt strafrechtelijk vervolgd voor overtreding van de afvalstoffenwetgeving. Op 30 november 2021 deed de Rotterdamse rechtbank uitspraak in deze zaak (zie ECLI:NL:RBROT:2021:11861).
In de zaak zijn onder andere de volgende vragen aan de orde:
Primair is tenlaste gelegd dat de verdachte het schip heeft uitgevoerd uit de Europese Gemeenschap zonder aan de eisen van de Europese Verordening inzake de Overbrenging van Afvalstoffen (EU-Verordening 1013/2006 ofwel EVOA) te voldoen.
Subsidiair is tenlaste gelegd dat de verdachte een overbrenging naar Turkije in gang heeft gezet waarbij niet aan de vereiste (kennisgevings)procedure is voldaan.
Deze vraag wordt bevestigend beantwoord. De Rechtbank stelt eerst vast dat een afvalstof in de zin van de toepasselijke wet- en regelgeving (de Wet milieubeheer, de hiervoor genoemde EVOA en Richtlijn 2008/98/EG ofwel de Kaderrichtlijn Afvalstoffen) elke stof is of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Dat is niet verrassend; deze definitie staat immers in artikel 3 van de Kaderrichtlijn afvalstoffen. Voor de betekenis van ‘zich ontdoen van’ verwijst de Rechtbank verder naar het Shell-arrest van het Europese Hof van Justitie (HvJ EU 12 december 2013, ECLI:EU:C:2013:821). Hieruit volgt dat dit begrip niet beperkt mag worden uitgelegd en dat alle omstandigheden van het geval in aanmerking moeten worden genomen.
De verdediging betoogde dat de verdachte geen opzet had om het schip naar de specifieke eindbestemming (de stad Aliaga) in Turkije over te brengen, en zich er dus niet van bewust was dat het schip zou worden gesloopt. Er zou geen sprake zijn van een afvalstof, omdat er geen sprake was van een ‘zich ontdoen van’: Volgens de verdediging was het de bedoeling dat het schip als ‘accomodatieschip’ zou worden gebruikt. Dat verweer slaagt echter niet. De rechtbank overweegt dat vanaf het moment dat verdachte in beeld kwam bij de aankoop en verscheidene doorverkopen van het schip in de maanden voorafgaand aan het incident, bij de verdachte reeds bekend was dat het schip de stad Aliaga, zijnde de slooplocatie, als eindbestemming had. Een door de verdachte overgelegd document, waarmee de verdachte wilde aantonen dat het schip als accommodatie-schip zou worden verkocht en dus niet voor de sloop was bestemd, overtuigde de rechtbank niet.
De Rechtbank oordeelt dus dat het schip een afvalstof is, gelet op de intentie van de verdachte bij de eerste aankoop van het schip in oktober 2012 (afvoeren naar een locatie waar het zou worden gesloopt). De verdachte wilde zich er altijd al van ontdoen; van reële plannen om het schip als accommodatie-schip te gebruiken is onvoldoende gebleken.
De verdachte wordt vrijgesproken van het primair tenlaste gelegde feit, het ‘uitvoeren’ van het schip. De reden hiervoor is dat het schip zich nog binnen het territorium van de EU bevond toen het zonk (de Engelse wateren hoorden destijds nog bij de Europese Gemeenschap). En dan kan geen sprake zijn van uitvoeren.
Het begrip ‘overbrengen’ in het subsidiaire deel van de tenlastelegging heeft echter een andere strekking en omvat ook het vervoer dat gepland is om plaats te hebben (dit volgt uit artikel 2 aanhef en onder 34 van de EVOA). Op grond daarvan wordt door de rechtbank geoordeeld dat er wél een overbrenging naar Turkije heeft plaatsgevonden, ook al zonk het schip voortijdig.
De Rechtbank stelt vervolgens vast dat voor de overbrenging van de afvalstoffen geen kennisgeving aan alle bevoegde betrokken autoriteiten was gegeven. En dus is ook niet op de juiste wijze toestemming verkregen voor de overbrenging.
De Rechtbank gaat voorts nog in op de vraag of sprake is van overbrenging van een afvalstof in verband met nuttige toepassing. Bij een dergelijke nuttige toepassing kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het recyclen van het schip of van delen daarvan. De Rechtbank stelt in dit verband dat ten aanzien van het doel van de overbrenging gekeken moet worden naar de eerste handeling die de afvalstof moet ondergaan nadat deze is overgebracht. Die eerste handeling bepaalt volgens de rechtbank of sprake is van een nuttige toepassing of niet (zie ook ABRvS 21 februari 2007, ECLI:NL:RVS:2007:AZ9048).
In deze zaak staat vast dat voor het slopen van het schip eerst diverse gevaarlijke materialen - zoals asbest - verwijderd moesten worden alvorens over te kunnen gaan tot de nuttige toepassing (recyclen van staal en andere nuttige materialen). De eerste handeling is dus feitelijk een verwijderingshandeling en geen nuttige toepassing. Het OM betoogde op grond daarvan dat geen sprake is van nuttige toepassing. Echter, gelet op jurisprudentie van het Hof van Justitie, acht de Rechtbank de verwijderingshandelingen een onderdeel van de nuttige toepassing. Het gaat immers om het hergebruiken van het staal en andere materialen. Het terugwinnen van staal wordt in de Kaderrichtlijn specifiek genoemd als handeling van nuttige toepassing, terwijl ook naar maatschappelijke opvattingen het slopen van schepen plaatsvindt met als doel om staal te recyclen. De verwijdering van gevaarlijke stoffen zoals asbest is daarvoor nu eenmaal noodzakelijk.
De conclusie luidt dat de verdachte opzettelijk een overbrenging van afvalstoffen voor nuttige toepassing heeft gerealiseerd zonder daarbij de vereiste kennisgevingsprocedure te doorlopen.
Dat is een feit dat op grond van de Wet milieubeheer en de Wet op de Economische Delicten strafbaar is. De verdachte wordt vrijgesproken van het uitvoeren van afvalstoffen uit de Europese Gemeenschap.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een werkstraf van 160 uur, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden. Bij het opleggen van deze straf verweet de rechtbank de verdachte in het bijzonder dat door zijn handelwijze de autoriteiten niet op de juiste wijze op de hoogte zijn gesteld, waardoor ook geen maatregelen konden worden genomen ter bescherming van mens en milieu. Verdachte heeft zich laten leiden door zakelijke belangen, en door zijn handelen is ook sprake geweest van concurrentievervalsing.
04 dec 24
29 nov 24
25 nov 24
19 nov 24
13 nov 24
11 nov 24
07 nov 24
01 nov 24
21 okt 24
14 okt 24
13 okt 24
09 okt 24
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.