Een limiet aan de omvang van processtukken

Zonder overleg met de Nederlandse Orde van Advocaten hebben de Gerechtshoven besloten een limiet aan de omvang van processtukken te stellen. Met ingang van 1 april jongstleden mag een processtuk in hoger beroep nog maar 25 bladzijden, en in soms zelfs maar vijftien bladzijden lang zijn. Ik heb hierover al eerder, samen met Nicole de Boer en Marc Janssen (Banning Advocaten) een stukje in het advocatenblad geschreven (https://www.advocatenblad.nl/2021/02/02/limiet-aan-lengte-processtukken-1-aprilgrap/). Toen pogingen tot overleg met de hoven op niets uitliepen heeft een groep (voornamelijk IE-)advocaten, waaronder onze Willem Leppink, een kort geding tegen de Staat aangespannen. De Voorzieningenrechter heeft prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld.

De Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten heeft Marc Janssen (Banning Advocaten) en mij benoemd tot cassatieadvocaten in deze zaak. De NOvA is weliswaar geen partij in deze zaak, maar zij heeft als belangenorganisatie wel de mogelijkheid haar visie op het geheel onder de aandacht van de Hoge Raad te brengen. Marc Janssen en ik zijn beiden lid van de Adviescommissie Burgerlijk Procesrecht van de NOvA en de Adviescommissie heeft de Algemene Raad van de NOvA reeds eerder geadviseerd over de eenzijdig door de hoven opgelegde regeling.