Vaste huurovereenkomsten voor woonruimte vanaf 1 juli 2024 weer de norm!

Op 14 november 2023 heeft de Eerste Kamer het initiatiefwetsvoorstel Wet vaste huurcontracten aangenomen. De wet heeft ingrijpende gevolgen voor de huurbescherming voor huurders van woonruimte. In de kern behelst de Wet vaste huurcontracten het volgende:

• De mogelijkheid om een tijdelijke huurovereenkomst van maximaal twee jaar voor een zelfstandige woonruimte of maximaal vijf jaar voor een onzelfstandige woonruimte aan te gaan, wordt geschrapt. Het uitgangspunt wordt dat een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt gesloten. Afwijken hiervan in de huurovereenkomst is in beginsel niet meer mogelijk;
• De mogelijkheid tot het aangaan van een tijdelijke huurovereenkomst van maximaal twee jaar blijft bestaan voor een selecte groep personen. Het gaat hier onder meer om personen die tijdelijk in Nederland verblijven voor hun studie of werk of huurders die wegens renovatie of nieuwbouw tijdelijk moeten verhuizen;
• Er wordt een nieuwe opzeggingsgrond geïntroduceerd voor de particuliere verhuurder voor de situatie waarin (i) de verhuurder één woning verhuurt, maar niet langer dan twee jaar (ii) de verhuurder deze woning wenst te verkopen, (iii) uitdrukkelijk in de huurovereenkomst is overeengekomen dat de verhuurder de huurovereenkomst kan opzeggen als hij de woning wenst te verkopen na ommekomst van een bepaalde termijn, (iv) de verhuurder uiterlijk drie maanden vóór de opzegging een huwelijk of geregistreerd partnerschap  aangaat met de persoon met wie hij een gemeenschappelijke huishouding vormt en (v) de verhuurder niet eerder een beroep op deze opzeggingsgrond heeft gedaan;
• De verhuurder wordt schadeplichtig jegens de huurder als na de opzegging van de huurovereenkomst, ten behoeve van de verkoop van de woning, blijkt dat de wil tot het verkopen van de woning bij de verhuurder heeft ontbroken en de woning niet is verkocht;
• Er wordt een nieuw doelgroepcontract geïntroduceerd, ter invulling van de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik. Hiervan is sprake als in de huurovereenkomst uitdrukkelijk is opgenomen dat de verhuurder de huurovereenkomst na ommekomst van een bepaalde termijn kan opzeggen ten behoeve van een bloed- of aanverwant in de eerste graad.

Alleen in bijzondere gevallen kan nog een tijdelijke huurovereenkomst voor woonruimte worden aangegaan. De wetswijziging zal alleen gaan gelden voor huurovereenkomsten die ná de inwerkingtreding van de Wet vaste huurcontracten worden gesloten. De voorgenomen datum van inwerkingtreding is 1 juli 2024.

In de recent verschenen achtste druk van het handboek Huurrecht wordt uitgebreid ingegaan op de inhoud en de gevolgen van de Wet vaste huurcontracten.