Het nieuwe ontslagrecht: de versoberde Werkloosheidswet

29 apr '14

In de vorige weken van het ‘feuilleton’ stond het ontslagrecht centraal. Minstens zo belangrijk zijn de drastische wijzigingen van de Werkloosheidswet (WW). De WW biedt werknemers immers een financieel vangnet bij baanverlies. Dit vangnet wordt aanzienlijk beperkt.

De huidige systematiek

De duur van de WW-uitkering is afhankelijk van iemands arbeidsverleden. Per gewerkt dienstjaar bouwt een werknemer één maand WW-uitkering op. De WW-uitkering duurt ten minste 3 maanden en maximaal 38 maanden. De uitkering bedraagt in beginsel 70% van het laatst verdiende salaris. Indien een uitkeringsgerechtigde een baan vindt voor hetzelfde aantal uren, eindigt in beginsel zijn recht op een uitkering, ook bij acceptatie van een baan tegen een veel lager salaris.

Verruiming passende arbeid en inkomensverrekening

Het begrip passende arbeid wordt met ingang van 1 juli 2015 verruimd. Na zes maanden is alle arbeid passend, ongeacht iemands arbeidsverleden, opleidingsniveau en oude salaris. Een werknemer moet na zes maanden een veel lager betaalde baan accepteren. Ter compensatie wordt vanaf de aanvang van de WW-uitkering het inkomen en niet het aantal uren verrekend. (Op dit moment geldt inkomensverrekening alleen voor zogeheten langdurige werklozen). Wanneer iemand werkloos wordt en vervolgens een fulltime baan op een veel lager salarisniveau accepteert, blijft de WW-uitkering gedeeltelijk doorlopen. Daarnaast wordt slechts 70% van het verschil tussen het oude en nieuwe salaris verrekend met de WW-uitkering, zodat werken altijd een financiële vooruitgang oplevert.

Vertraagde opbouw en verkorting WW-uitkering

Met ingang van 1 januari 2016 geldt een vertraagde opbouw voor de duur van de WW-uitkering. Een werknemer bouwt gedurende de eerste tien jaar één maand WW-uitkering per gewerkt jaar op. Daarna bouwt een werknemer een halve maand WW-uitkering per gewerkt jaar op. De maximumduur van de WW-uitkering wordt teruggebracht naar 24 maanden.

Cao’s

Werkgevers en vakbonden behouden het recht een bovenwettelijke WW-uitkering met langere duur voor werknemers af te spreken. Huidige regelingen over bovenwettelijke WW-uitkeringen zijn niet in alle gevallen goed afgestemd op de aankomende wijzigingen van de WW. Deze cao’s moeten mogelijk worden aangepast.

Overgangsrecht

Voor werknemers die vóór 1 januari 2016 al een potentieel langere uitkeringsduur dan 24 maanden hebben opgebouwd, wordt de opbouw geleidelijk teruggebracht tot 24 maanden. Mensen die reeds op 1 januari 2016 een WW-uitkering met een langere duur dan 24 maanden ontvangen, behouden hun recht op de langere uitkering.

Save the date: 12 juni 2014

Noteer 12 juni a.s. alvast in uw agenda! Wij ontvangen u graag om 14.30 uur op ons symposium waar wij samen met o.a. prof. Ruben Houweling (Grondslagen van modern arbeidsrecht) stilstaan bij de gevolgen die deze ingrijpende wetswijziging voor u heeft. Zo komt u volledig beslagen ten ijs. Schrijf u direct in! (Gesloten)

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte

Klik op het plusje en schrijf je in voor updates over dit onderwerp.

Expertise(s)

Onderwerp(en)