https://ploum.nl/uploads/Artikelen_en_Track_Records_en_expertise/Samenwerken_Teams_Overeenkomst/pexels-sora-shimazaki-5668858.jpg

Centrale Raad van Beroep: werkgever mag toch niet zomaar afgaan op de adviezen van de bedrijfsarts

08 jan '24

Auteur(s): Bo Leeuwestein

Hoofdregel en nuancering

Wij informeerden u in een eerder artikel over recente rechtspraak van verschillende bestuursrechters over de vraag of een werkgever zich bij de beoordeling door het UWV van het re-integratieverslag (RIV) en de re-integratie-inspanningen kan verschuilen achter (de adviezen van) de bedrijfsarts. Als hoofdregel geldt van niet: de werkgever is verantwoordelijk voor (de gevolgen van) onjuiste adviezen van de door hem ingeschakelde bedrijfsarts. Dit is de zogenaamde ‘rekening en risico-benadering’ die de Centrale Raad van Beroep (CRvB) – de hoogste bestuursrechter in het sociaalzekerheidsrecht – al jaren tot uitgangspunt neemt, zoals terug te zien in zijn rechtspraak uit 2009, 2015 en 2022.

In de lagere rechtspraak ontstond echter een nuancering op de hoofdregel. De bestuursrechters Rotterdam, Den Bosch, Amsterdam en Haarlem kozen voor deze benadering, waarin werkgevers voor de re-integratie wel mochten uitgaan van de adviezen van de bedrijfsarts, mits zij aan de juistheid hiervan in redelijkheid niet hoefden te twijfelen. Dit bood werkgevers – die over het algemeen niet medisch onderlegd zijn – een mogelijk verweer tegen loonsancties wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen.

Even leek het er ook op dat de wetgever werkgevers in deze zaken te hulp zou schieten door het bedrijfsartsadvies leidend te maken bij de RIV-toets door het UWV. Dat wetsvoorstel is inmiddels echter definitief ingetrokken in afwachting van een rapport van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS). Op 9 oktober 2023 bracht de OCTAS al een tussenrapportage uit.

CRvB handhaaft eigen leer

De CRvB heeft in een recente zaak opnieuw moeten oordelen over de ‘rekening en risico-benadering’. Het UWV had in die kwestie aan de werkgever een loonsanctie opgelegd wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen, ook al had de werkgever de adviezen van de bedrijfsarts gevolgd. Het advies van de bedrijfsarts was onjuist, zo stelde de verzekeringsarts van het UWV vast, waardoor ook het arbeidsdeskundig oordeel onjuist was en re-integratiekansen zijn gemist. De werkgever was het niet eens met de opgelegde loonsanctie en deed een beroep op de in lagere bestuursrechtspraak ontwikkelde nuancering: de werkgever hoefde toch in redelijkheid niet aan het oordeel van de bedrijfsarts te twijfelen?

De CRvB verwerpt deze maatstaf. Artikel 65 Wet WIA bepaalt dat het UWV bij de RIV-toets moet beoordelen of de werkgever en werknemer ‘in redelijkheid hebben kunnen komen tot de verrichte re-integratie-inspanningen’. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de werkgever volledig (eind)verantwoordelijk is en blijft voor de re-integratie, waaronder ook de kwaliteit van door de werkgever ingeschakelde deskundigen wordt verstaan. De CRvB vindt de in de lagere rechtspraak ontwikkelde nuancering onverenigbaar met artikel 65 Wet WIA en ziet geen aanknopingspunten in de wetsgeschiedenis voor een dergelijke afwijking van de rekening en risico-benadering. De CRvB acht een loonsanctie juist op zijn plaats als de re-integratie-inspanningen onvoldoende zijn geweest door een onjuist bedrijfsartsoordeel, juist omdat de werkgever hiervoor (eind)verantwoordelijk is. Daarbij betrekt de CRvB dat de wetgever een wetswijziging nodig acht om hierin verandering te brengen, maar de voorgestelde wetswijziging heeft ingetrokken.

Toch trekt de werkgever in dit geval aan het langste eind. De verzekeringsarts van het UWV beoordeelt het RIV en actueel oordeel van de bedrijfsarts achteraf, waarbij de context niet uit het oog mag worden verloren, aldus de CRvB. Hierbij moet de bedrijfsarts een bepaalde professionele marge worden gegund, die door de verzekeringsarts terughoudend moet worden getoetst. De CRvB benadrukt dat de verzekeringsarts moet toetsen of de bedrijfsarts op basis van de op dat moment bekende feiten in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen. Dat de verzekeringsarts – achteraf oordelend – anders zou hebben gehandeld, is onvoldoende om te concluderen dat de bedrijfsarts zijn professionele marge heeft overschreden en is tekortgeschoten.

Dat de bedrijfsarts in dit geval zijn professionele marge heeft overschreden werd door het UWV niet gemotiveerd. Het UWV heeft daarmee onvoldoende aangetoond dat de werkgever – die de bedrijfsartsadviezen volgde – niet in redelijkheid tot de verrichte re-integratie-inspanningen heeft kunnen komen. De CRvB verklaart het beroep van de werkgever dan ook gegrond, vernietigt het loonsanctiebesluit van het UWV en oordeelt dat de uitspraak in de plaats hiervan treedt. Daarnaast veroordeelt de CRvB het UWV tot betaling van het griffierecht en de proceskosten.

Toch hoop voor werkgevers?

De CRvB herbevestigt de eigen strenge leer. Toch biedt deze uitspraak ook handvatten voor werkgevers om een opgelegde loonsanctie te bestrijden. Dat het UWV in de RIV-toets tot een ander oordeel komt over de (mate van) arbeidsongeschiktheid van een werknemer dan de bedrijfsarts, betekent niet automatisch dat dit bedrijfsartsoordeel onjuist was. De bedrijfsarts heeft een professionele beoordelingsmarge en als deze niet is overschreden, dan mag de werkgever de adviezen volgen. Het UWV moet dit terughoudend toetsen en motiveren als men meent dat de professionele beoordelingsmarge wel is overschreden. Let er als werkgever dus goed op dat het UWV deze onderbouwing ook geeft. Zo niet, dan is dat mogelijk grond voor vernietiging van het loonsanctiebesluit.

Of en wanneer de wetgever deze problematiek wil verhelpen is niet bekend. De Minister SZW (inmiddels demissionair) wil het rapport van OCTAS afwachten, voordat zij ingrijpt in het socialezekerheidsstelsel. Het rapport wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2024. Nu het wetsvoorstel definitief van de baan is, hebben werkgevers het voorlopig te doen met de strenge leer van de CRvB en de nieuw geboden handvatten.

Meer weten? Neem dan contact op met onze sectie Arbeidsrecht.

Nog geen abonnee? Meld u dan hier aan voor onze nieuwsbrief.
 

Contact

Advocaat

Bo Leeuwestein

Expertises:  Arbeidsrecht, Medezeggenschapsrecht,

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte

Klik op het plusje en schrijf je in voor updates over dit onderwerp.

Expertise(s)

Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.

Persoonlijke gegevens

 

Bedrijfsgegevens

Meer informatie over hoe we uw persoons­gegevens gebruiken, kunt u lezen in onze privacyverklaring. U kunt uw voorkeuren altijd wijzigen via de link ‘Profiel wijzigen' of u afmelden via de link ‘Afmelden'. Deze links vindt u onderaan ieder bericht dat u van Ploum ontvangt.

* Verplicht in te vullen velden.

Geïnteresseerd in

Persoonlijke gegevens

 

Bedrijfsgegevens

Meer informatie over hoe we uw persoons­gegevens gebruiken, kunt u lezen in onze privacyverklaring. U kunt uw voorkeuren altijd wijzigen via de link ‘Profiel wijzigen' of u afmelden via de link ‘Afmelden'. Deze links vindt u onderaan ieder bericht dat u van Ploum ontvangt.

* Verplicht in te vullen velden.

Geïnteresseerd in

Account aanmaken

Haal alles uit Ploum.nl. Binnen een minuut geregeld.

Ik heb al een account

Voordelen Mijn Ploum

  • Volgen wat u interessant vindt
  • Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses

*Verplicht in te vullen velden.

Ik heb al een account

Voordelen Mijn Ploum

Volgen wat u interessant vindt

Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses

{phrase:advantage_3}

{phrase:advantage_4}


Waarom vragen we uw naam?

We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.

Wachtwoord

Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.