Rechtbank Gelderland oordeelt dat zonnepark onroerend is

22 jul '16

Onlangs oordeelde de Rechtbank Gelderland dat een zonnepark voor de toepassing van de Wet Waardering onroerende zaken (Wet WOZ) een onroerende zaak is. Een interessante uitspraak voor onder meer zonne-exploitanten.

Casus: een zonnepark met 36.000 geplaatste zonnepanelen

Eiseres, genothebbende van een zonnepark bestaande uit ongeveer 36.000 geplaatste zonnepanelen, ontving van de heffingsambtenaar van de gemeente een WOZ-beschikking met daarin de vastgestelde WOZ-waarde van het zonnepark en de daarop gebaseerde aanslagen onroerende-zaakbelasting. Eiseres meende dat het zonnepark gezien de bouwaard niet viel aan te merken als een onroerende zaak en ging in bezwaar, maar de heffingsambtenaar van de gemeente handhaafde de vastgestelde waarde en de aanslagen.

Vuistregels Portacabin-arrest

In het beroep bij de rechtbank stond centraal de vraag of het zonnepark voor de toepassing van de Wet WOZ viel aan te merken als een onroerende zaak. De rechtbank overwoog dat voor de betekenis van het begrip “onroerende zaak” in de Wet WOZ aansluiting moest worden gezocht bij artikel 3:3 BW. Voormeld artikel bepaalt – kort gezegd – dat onder meer onroerend zijn gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen en werken. Van duurzame vereniging met de grond is blijkens vaste jurisprudentie sprake, indien het betreffende bouwwerk naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Daarbij moet worden gelet op de bedoeling van de bouwer voor zover deze naar buiten kenbaar is. De bedoeling van de bouwer kan worden afgeleid uit de bijzonderheden van aard en inrichting van het bouwwerk. Deze vuistregels, die door de Hoge Raad werden geformuleerd in het welbekende Portacabin-arrest (HR 31 oktober 1997), worden ook in deze uitspraak toegepast om te bepalen of het zonnepark als onroerend moet worden aangemerkt.

Verdere overwegingen van de Rechtbank

Naar het oordeel van de rechtbank behoorden, gelet de feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, de zonnepanelen, de profielen (waaraan de zonnepanelen met moeren waren vastgemaakt) en het onderstel (dat zich deels in de grond bevond en waaraan de profielen waren bevestigd) tot een complex waarmee eiseres haar onderneming (te weten: het zonnepark) ter plaatse duurzaam exploiteerde. Verder vormden de zonnepanelen, de profielen en het onderstel zowel visueel als functioneel een onlosmakelijk geheel met de overige onderdelen van het zonnepark op het terrein, zoals de transformator, de verzamelboxen en de bekabeling die alle onderdelen met elkaar verbond. De rechtbank kwam tot de conclusie dat het zonnepark voor de toepassing van de Wet WOZ als onroerende zaak moest worden aangemerkt, omdat het zonnepark als geheel naar aard en inrichting bestemd was om duurzaam ter plaatse te blijven, welke bestemming ook naar buiten kenbaar was. Dat de zonnepanelen, de profielen en het onderstel (eenvoudig) gedemonteerd en verplaatst konden worden en het zonnepark op gepachte grond was gerealiseerd, deed daar volgens de rechtbank niets aan af.

Afhankelijk van feitelijke situatie en omstandigheden

Het blijkt in de praktijk vaak lastig te bepalen of zonnepanelen wel of niet onroerend zijn. Deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland schept in ieder geval meer duidelijkheid: indien een zonnepark als geheel naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven, dan is het onroerend. Kortom: het zal dus afhangen van de feitelijke situatie en de omstandigheden van het geval of er sprake is van een onroerende zaak.

Wilt u meer weten?

Mocht u vragen hebben over juridische aspecten bij het opwekken van zonne-energie, de levering van zonnestroom of het vestigen van opstalrechten, neem dan contact op met het Team Energie. Onze specialisten helpen u graag!

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte

Klik op het plusje en schrijf je in voor updates over dit onderwerp.

Expertise(s)