Bedenkingen Eerste Kamer Wetsvoorstel Wet Werk en Zekerheid

29 apr '14

Afgelopen woensdag 23 april is weer een volgende stap gezet in het wetgevingsproces rondom het Wetsvoorstel Wet Werk en Zekerheid. Het Voorlopig Verslag van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid is vastgesteld. Dit voorlopig verslag maakt onderdeel uit van het voorbereidend onderzoek van de Eerste Kamer.
In het verslag wordt door de leden van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid allereerst verzocht aan de regering om de vragen die zijn gesteld door de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) op 24 maart jl. te beantwoorden. Verschillende arbeidsrecht advocaten in Nederland hebben het wetsvoorstel kritisch bestudeerd en hebben de vragen en opmerkingen die het wetsvoorstel bij hen oproepen, samengevoegd in een notitie en deze aan de Eerste Kamer aangeboden in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel.
Voorts hebben in het voorlopig verslag de leden van de verschillende fracties in de commissie hun vragen voor de regering geformuleerd. De rode draad die uit de gestelde vragen duidelijk naar voren komt, is dat de Eerste Kamer bedenkingen heeft ten aanzien van de maatregelen die worden getroffen voor de werknemers met een flexibel contract. De vrees bestaat dat de consequentie van deze maatregelen veel eerder zal zijn dat nog sneller dan onder de huidige situatie het geval is, deze werknemers hun contract zullen verliezen in plaats van de omzetting naar een vast contract, zoals door de regering wordt beoogd met de maatregelen.
Niet alleen de invoering voor striktere regelgeving voor contracten voor bepaalde tijd speelt hierbij een rol, maar ook de andere maatregelen die de regering voor ogen heeft, zoals het invoeren van de transitievergoeding voor een werknemer met een contract voor langer dan twee jaar. Daarnaast zal ook de huidige situatie op de arbeidsmarkt dit effect versterken. Zolang het aanbod van arbeidskrachten groot is, is de verwachting dat werkgevers er eerder voor zullen kiezen afscheid te nemen van de flexwerker dan om de flexwerker een vast contract aan te bieden. In dat geval zal de positie van de flexwerker juist worden verzwakt in plaats van versterkt, zoals de bedoeling van de wet is geweest.
Ook lijken bij de Eerste Kamer twijfels te bestaan over de vraag of het nieuwe ontslagstelsel, zoals de regering wil invoeren, daadwerkelijk tot vereenvoudiging zal leiden zoals zij heeft beoogd. Deze twijfels worden gedeeld door verschillende deskundigen, zoals de Raad van State en de VAAN.
De regering zal dus snel aan de slag moeten met de beantwoording van de gestelde vragen. Met veel belangstelling kijken wij uit naar de reactie. De eerste wijzigingen staan gepland voor 1 juli 2014 zodat de tijd begint te dringen! Zoals het er nu naar uitziet, zal het wetsvoorstel in haar huidige vorm de eindstreep maar lastig behalen en zal niet ontkomen kunnen worden aan het opstellen van reparatiewetgeving. In arbeidsrechtelijk Nederland zal het weinigen verbazen indien de invoering van het wetsvoorstel in zijn geheel wordt opgeschoven naar 1 juli 2015.
Wij houden jullie uiteraard op de hoogte.
 
Wilt u meer weten? Kijk op ploumoverarbeid.nl. Dit artikel is geschreven door Laurence Baeten.

Deel dit artikel

Blijf op de hoogte

Klik op het plusje en schrijf je in voor updates over dit onderwerp.

Expertise(s)

Onderwerp(en)