Bestaat het slapende dienstverband straks nog?
We schreven er al eerder over: de Compensatieregeling Transitievergoeding. Deze regeling is bedoeld om een compensatie te bieden voor transitievergoedingen die aan werknemers zijn betaald bij een ontslag wegens langdurige ziekte. De regeling beoogt een einde te maken aan de slapende dienstverbanden, waarbij langdurig arbeidsongeschikte werknemers in dienst werden gehouden omdat werkgevers de transitievergoeding niet konden of wilden betalen. Recent wordt er daarom weer veel geprocedeerd over de slapende dienstverbanden, waarbij werknemers hun eigen ontslag proberen af te dwingen. Maar kan dat zomaar?
Slapend dienstverband
Bij de invoering van de WWZ ontstond een onvoorzien probleem: het slapende dienstverband. Doordat de transitievergoeding werd geïntroduceerd voor elk ontslag van een werknemer die langer dan twee jaar in dienst is, werd ontslag na twee jaar ziekte opeens te duur voor sommige werkgevers. Waar zij voor de WWZ nog konden opzeggen zonder dat een vergoeding verschuldigd was, ontstond nu de plicht om een transitievergoeding te betalen – en dat naast de vele loon- en re-integratiekosten tijdens de ziekteperiode. Daarom lieten sommige werkgevers het dienstverband na twee jaar ziekte voortbestaan, zonder dat daar inhoud aan werd gegeven. Werknemers bleven dus in dienst, maar zaten feitelijk op de bank zonder loon.
Werknemers wilden niet in deze situatie zitten. Als zij echter zelf op zouden zeggen, zouden zij geen aanspraak maken op de transitievergoeding. Werknemers probeerden daarom via de rechter een beëindiging van hun dienstverband te bewerkstelligen, zodat zij wel konden vertrekken met een transitievergoeding, maar zonder succes. Rechters
oordeelden dat er in Nederland
geen ontslagplicht is voor werkgevers en gaven aan dat slapende dienstverbanden niet in strijd waren met goed werkgeverschap. Ook leverde dit geen ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever op, op grond waarvan een transitievergoeding en/of een billijke vergoeding verschuldigd zou zijn.
Compensatie transitievergoeding
De slapende dienstverbanden werden echter wel als
probleem gezien. Nadat minister Asscher de situatie bestempelde als ‘onfatsoenlijk, maar geen slecht werkgeverschap’, is er
wetgeving opgesteld om werkgevers te compenseren voor de transitievergoeding die na 2 jaar ziekte betaald moest worden. Het idee was dat werkgevers dan geen slapende dienstverbanden meer zouden laten bestaan, omdat ze geen financieel nadeel zouden ondervinden van het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. De regeling gaat in op 1 april 2020 en heeft terugwerkende kracht tot 1 juli 2015. Meer informatie over de regeling is
hier te vinden.
Nieuwe uitspraken
Met de compensatieregeling op komst proberen langdurig zieke werknemers nu nogmaals om hun arbeidsovereenkomst via de rechter te laten beëindigen, zodat zij alsnog aanspraak maken op de transitievergoeding. Er is nu immers een nieuw argument: een werkgever ondervindt geen financieel nadeel van de beëindiging, omdat hij de transitievergoeding toch weer gecompenseerd kan krijgen. De drempel voor beëindiging lijkt dus weggenomen.
Sommige rechters lijken inderdaad gevoelig voor dit argument. De
kantonrechter te Den Haag oordeelde dat de arbeidsovereenkomst van een terminaal zieke werknemer moest worden opgezegd onder betaling van de transitievergoeding. Eerder oordeelde het
Scheidsgerecht voor de Gezondheidszorg al dat een werkgever de arbeidsovereenkomst met een ernstig zieke medisch specialist moest beëindigen.
De meeste rechters blijven echter doorgaan op de weg die eerder was ingezet: het niet beëindigen van een slapend dienstverband is niet in strijd met goed werkgeverschap, ook niet nu er een compensatieregeling voor de transitievergoeding bestaat. Dit werd onder andere geoordeeld door kantonrechters te
Roermond, Maastricht
(1) en
(2) en
Zwolle. Die laatste merkte overigens wel op dat een werkgever na verloop van tijd onder omstandigheden wel ernstig verwijtbaar kan handelen door een slapend dienstverband te laten bestaan.
Prejudiciële vragen
Door deze tegengestelde uitspraken weten werkgevers en werknemers nu niet goed waar ze aan toe zijn. Om duidelijkheid te krijgen over dit onderwerp, heeft de kantonrechter te Roermond recent
prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. De Hoge Raad moet uitspraak doen over de vraag of een werkgever op grond van goed werkgeverschap verplicht kan worden een slapend dienstverband te beëindigen, of dat hij een voorstel van een werknemer om met wederzijdse goedkeuring te beëindigen mag weigeren.
Naar verwachting zal de uitspraak van de Hoge Raad definitief voor duidelijkheid zorgen voor werkgevers én werknemers met slapende dienstverbanden. Tot die tijd is het advies aan werkgevers en werknemers die met een slapend dienstverband te maken hebben, om de uitspraak van de Hoge Raad af te wachten. Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.
Meer weten over ontslag, ziekte of andere arbeidsrechtelijke onderwerpen? Neem dan contact op met onze sectie
Arbeidsrecht.