16 mei '24
Het Europees Parlement en de Raad hebben een richtlijn aangenomen waarmee het schenden en omzeilen van Europese sancties strafbaar moet worden gesteld in de Europese lidstaten. De richtlijn is op 29 april 2024 gepubliceerd en daarmee is de implementatietermijn gaan lopen om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. De richtlijn beschrijft wat er moet worden verstaan onder het schenden en omzeilen van de beperkende maatregelen van de Unie (“EU-sancties”). Hierna zullen de hoofdlijnen van de richtlijn kort worden beschreven.
Allereerst biedt de richtlijn de mogelijkheid aan de lidstaten om in specifieke gevallen gedragingen niet strafbaar te stellen als daarmee minder dan 10.000 euro is gemoeid. Echter, dit is een keuze die aan de lidstaten wordt gelaten en die - mits daarvan gebruik wordt gemaakt - op hele specifieke situaties van toepassing is.
In beginsel gaat de richtlijn bij het strafbaar stellen van gedragingen uit van “opzet” op het schenden van EU-sancties, maar aan lidstaten wordt óók de verplichting opgelegd om gedragingen met betrekking tot militaire goederen en dual-use-goederen strafbaar te stellen als er sprake is van “grove nalatigheid” (artikel 3 lid 3 van de Richtlijn 2024/1226).
De richtlijn schrijft voor dat aan natuurlijke personen voor overtreding van de gedragingen uit de richtlijn gevangenisstraffen kunnen worden opgelegd. Dit betekent dat voor de zwaarste categorie misdrijven uit deze richtlijn maximale gevangenisstraffen kunnen worden opgelegd van minimaal vijf jaar. Daarvoor is dan meestal wel vereist dat de waarde die gemoeid is met de strafbare gedraging, het drempelbedrag van 100.000 euro haalt (artikel 5 lid 3 sub a, b en d van de Richtlijn 2024/1226).
Maar dat geldt niet voor alle gedragingen. Zo wordt er voor overtreding van het schenden of omzeilen van EU-sancties met betrekking tot militaire goederen of dual-use-goederen géén drempelbedrag genoemd, terwijl de gedraging wel strafbaar moet worden gesteld met tenminste een maximale gevangenisstraf van vijf jaar.
Daarnaast wordt aan lidstaten de verplichting opgelegd om ook bijkomende straffen mogelijk te maken. Dit kunnen zowel strafrechtelijke als bestuursrechtelijke sancties zijn. Op hoofdlijnen zijn dit volgende bijkomende sancties:
Op grond van de richtlijn zijn de lidstaten verplicht om ervoor te zorgen dat rechtspersonen strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor het schenden en omzeilen van EU-sancties als de strafbare gedraging dienstig is geweest aan de rechtspersoon en de gedraging is gepleegd door een persoon in een leidinggevende positie bij de bewuste rechtspersoon. Daarnaast worden rechtspersonen ook aansprakelijk voor een gebrek aan toezicht en controle op personen in een leidinggevende positie wanneer die personen sancties omzeilen of schenden terwijl de rechtspersoon daarvan profiteert.
De richtlijn voorziet daarnaast in een veelheid aan sancties tegen rechtspersonen die EU-sancties schenden en omzeilen. Zo wordt voor twee verschillende categorieën strafbare gedragingen bepaald aan welke minimale vereisten de maximumstraffen moeten voldoen.
In de eerste categorie gaat het dan om een mogelijke boete tot 1 procent van de totale wereldwijde jaaromzet van de rechtspersoon of maximaal 8 miljoen euro (artikel 7 lid 2 sub a onder i en ii). En in de tweede categorie gaat het dan om een mogelijke boete tot 5 procent van de totale wereldwijde jaaromzet van de rechtspersoon of maximaal 40 miljoen euro (artikel 7 lid 2 sub b onder i en ii).
Naast de hele hoge boetes kunnen er straks ook nog aanvullende sancties worden opgelegd. Op hoofdlijnen zijn dit de volgende sancties:
De richtlijn voorziet ook in de verplichting om verzwarende en verlichtende omstandigheden op te nemen in de nationale wetgeving, zodat deze factoren kunnen worden meegenomen bij de beoordeling van de strafbare feiten op grond van deze richtlijn.
De volgende omstandigheden worden in de richtlijn als verzwarende omstandigheden genoemd:
De richtlijn benoemt heel specifiek twee verlichtende omstandigheden die door de lidstaten moeten worden opgenomen in de nationale wetgevering. Het gaat dan om het verstrekken van informatie aan de bevoegde autoriteiten die zij zelf niet al hadden waardoor:
Deze richtlijn moet uiterlijk op 20 mei 2025 in nationale wetgeving zijn omgezet. Met deze richtlijn zal de aandacht voor “sanctie compliance” alleen maar toenemen en zal nog meer worden gelet op het schenden of omzeilen van sancties. Hiervoor kunnen dan uiteindelijk hoge straffen worden opgelegd als het misgaat. Als u meer wilt weten over deze richtlijn en over de (strafrechtelijke) handhaving van de huidige sanctieregels in de praktijk, neem dan contact op met Jikke Biermasz of Hugo van Aardenne.
Contact
01 nov 24
21 okt 24
14 okt 24
13 okt 24
09 okt 24
07 okt 24
27 sep 24
13 sep 24
13 aug 24
13 aug 24
19 jul 24
17 jul 24
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.