Update: Wet plan van aanpak witwassen
Op 2 december 2019 is het wetsvoorstel “plan van aanpak witwassen” (het “Voorstel”) ter consultatie
gepubliceerd. De einddatum van de consultatie is 14 januari 2020. Met dit Voorstel zullen de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (de “Wwft”) en de Wet op de economische delicten (de “WED”) worden gewijzigd. In deze update bespreken wij de maatregelen die het Voorstel zal introduceren en de achtergrond daarvan.
Verbod op contante betalingen vanaf 3.000 euro
De eerste maatregel in het Voorstel betreft een verbod op contante betalingen vanaf 3.000 euro voor beroeps- of bedrijfsmatige handelaren die handelen in goederen. Dit verbod geldt dus niet voor particulieren. Het niet naleven van dit verbod wordt met het Voorstel strafbaar gesteld in de WED.
In de Vierde anti-witwasrichtlijn
(Richtlijn (EU) 2015/849) is bepaald dat EU-lidstaten strengere regels voor het gebruik van contanten moeten kunnen vaststellen. De introductie van dit verbod sluit aan bij verboden uit andere EU-lidstaten en de wetgever is van mening dat dit verbod contante betalingen niet onnodig zal beperken, maar wel het witwassen van criminele gelden zal bemoeilijken.
Bevordering van informatie-uitwisseling
De tweede en derde maatregel in het Voorstel hebben beide betrekking op het bevorderen van de informatie-uitwisseling tussen Wwft-instellingen ten behoeve van de poortwachtersfunctie. Deze instellingen zijn onmisbaar in het voorkomen van witwassen en de financiering van terrorisme omdat zij in zekere mate beslissen wie toegang krijgt tot het financiële stelsel en in dat kader ongebruikelijke transacties moeten melden bij de Financiële Inlichtingen Eenheid.
De ene maatregel maakt het mogelijk dat Wwft-instellingen die een wettelijke plicht hebben om transacties te monitoren (bijvoorbeeld banken) makkelijker gegevens met elkaar kunnen uitwisselen. De andere maatregel voorziet in de mogelijkheid dat Wwft-instellingen informatie met elkaar kunnen uitwisselen wanneer er bij hun cliënten tekenen zijn van integriteitsrisico’s. Wanneer Wwft-instellingen over meer informatie kunnen beschikken, kunnen zij beter, sneller en daarmee effectiever de risico’s op witwassen en de financiering van terrorisme inschatten.
De volgende nieuwe wettelijke grondslagen worden door het Voorstel geïntroduceerd ten behoeve van de bevordering van de informatie-uitwisseling:
- bij een verscherpt cliëntenonderzoek is de verplichting opgenomen om navraag te doen naar integriteitsrisico’s van de cliënt bij diens vorige dienstverlener(s) (uit dezelfde categorie Wwft-instellingen);
- geconstateerde integriteitsrisico’s bij cliënten met een hoog risico op witwassen of financieren van terrorisme kunnen worden gedeeld tussen Wwft-instellingen;
- transactiemonitoring kan worden uitbesteed aan een derde; en
- transacties kunnen worden gedeeld tussen Wwft-instellingen (maar niet de meldingen van ongebruikelijke transacties).
Het niet naleven van de verplichting om navraag te doen naar integriteitsrisico’s van de cliënt bij diens vorige dienstverlener(s) wordt met het Voorstel strafbaar gesteld in de WED.
Gevolgen voor u
Het Voorstel heeft onder andere gevolgen voor het huidige KYC (know your customer)-beleid van Wwft-instellingen. Het bovenstaande zal namelijk in het KYC-beleid moeten worden opgenomen zodat medewerkers op een adequate manier hun werkzaamheden kunnen verrichten. Hierbij zal tevens moeten worden gedacht aan waarborgen om de privacy van cliënten te beschermen.
Marktpartijen hebben tot 14 januari 2020 de gelegenheid om te reageren op het Voorstel.
Mocht u vragen hebben over de gevolgen van het Voorstel voor u, dan kunt u contact opnemen met team
Banking & Finance.