De (nieuwe) wettelijke grondslag voor de sluiting van woningen en het opleggen van gebiedsverboden na schietincidenten
Het aantal schietincidenten in Nederland lijkt de laatste jaren toe te nemen. Zo heeft de Rijksrecherche in 2018 onderzoek gedaan naar 27 schietincidenten ten opzichte van 23 schietincidenten in 2017. Bij beschietingen van woningen en panden in woonwijken of op bedrijventerreinen gaat de burgemeester in de praktijk ter handhaving van de openbare orde en veiligheid vaak over tot sluiting van die woning of het bedrijfspand. De sluiting gebeurt meestal in combinatie met het opleggen van een gebiedsverbod voor de persoon die beschoten is en soms ook voor de overige familie- of gezinsleden.
Artikel 175 van de Gemeentewet lijkt dé nieuwe wettelijke grondslag te zijn om bestuursrechtelijk op te treden naar aanleiding van schietincidenten. Tot voor kort werd hiervoor nog de lichte bevelsbevoegdheid van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet gehanteerd. Op de toepassing van deze lichte bevelsbevoegdheid bestond kritiek, nu dit artikel geen specifieke wettelijke grondslag zou bieden voor het beperken van grondrechten. De burgemeester moet in dit soort gevallen vaak een belangenafweging maken tussen verschillende grondrechten die in het geding zijn. Zo staan vaak de bescherming van de openbare orde en veiligheid en het recht op leven en lichamelijke integriteit van omwonenden tegenover het huisrecht van de betreffende bewoner(s) van de woning.
Onlangs schreven Alexandra Danopoulos en Richard van Oevelen in
de JG, het tijdschrift Jurisprudentie voor Gemeenten, over deze ontwikkeling een actueel commentaar. In dit artikel bespreken zij ook kort de nieuwe wetgeving die op dit gebied op komst is. Zo zal naar verwachting dit jaar een wetsvoorstel in consultatie worden gebracht dat ziet op een specifieke sluitingsbevoegdheid in het geval van een beschieting van een woning.
Vragen of opmerkingen?
Hebt u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit bericht? Neem dan contact op met Alexandra Danopoulos of Richard van Oevelen via
a.danopoulos@ploum.nl of
r.vanoevelen@ploum.nl.