Een persoon of bedrijf kan worden aangemerkt als verdachte. Dat betekent dat er feiten en omstandigheden zijn waaruit een redelijk vermoeden blijkt van schuld aan een strafbaar feit. Wanneer een bedrijf als verdachte wordt aangemerkt, zal er een persoon worden aangewezen die namens het verdachte bedrijf een verklaring zal afleggen bij de opsporingsambtenaren.
Naast verdachten kunnen er ook personen als getuige worden gehoord door opsporingsambtenaren. Er zijn grote verschillen tussen de rechten en plichten van een verdachte of getuige.
Wanneer iemand als verdachte wordt gehoord, dan heeft hij of zij het recht op rechtsbijstand door een advocaat voorafgaand aan het verhoor én tijdens het verhoor door de opsporingsambtenaren.
Wanneer een persoon als verdachte wordt gehoord dan moet de verdachte altijd voorafgaand aan het verhoor worden gewezen op het recht om te zwijgen (de cautie). De verdachte is dus nooit verplicht om te verklaren of om de waarheid te vertellen. Of het verstandig is om te zwijgen of een bepaalde verklaring af te leggen, dat is iets dat zich juist leent voor overleg met de advocaat.
Tijdens het verhoor kunnen zowel de advocaat als de verdachte (aanvullende) opmerkingen maken. Maar het is de verdachte die de verklaring aflegt.
Aan het einde van het verhoor wordt het verhoor uitgeprint. Dan krijgt de verdachte de gelegenheid om het verhoor terug te lezen en te controleren of het klopt wat er staat. De verdachte kan daarna opmerkingen maken of een aanvullende toelichting geven indien nodig. Daarna kan de verdachte het proces-verbaal van verhoor ondertekenen. Ook dit is weer geen verplichting. Wanneer een verklaring eenmaal is afgelegd, dan kan de verklaring niet worden ingetrokken.
Ook een getuige heeft rechten en plichten. Al zijn die rechten en plichten deels afhankelijk van de fase in het strafproces waarin de getuige wordt gehoord. Wanneer een getuige wordt opgeroepen om bij de rechtbank te komen getuigen, dan is de getuige verplicht om te komen. De getuige is dan óók verplicht om naar waarheid en uit eigen wetenschap te verklaren. Als een getuige naar de rechtbank moet komen, dan kan het getuigenverhoor plaatsvinden bij de rechter-commissaris (besloten) of op een openbare zitting. Op een openbare zitting wordt de getuige altijd beëdigd. Dat betekent dat er meineed wordt gepleegd als opzettelijk niet de waarheid wordt verklaard door de getuige. Meineed is een strafbaar feit. Bij de rechter-commissaris worden getuigen niet altijd beëdigd.
Als de getuige niet in de rechtbank wordt gehoord maar in de opsporingsfase door de opsporingsambtenaren, dan is de getuige niet verplicht om te verschijnen. Mede hierom is het vaak mogelijk afspraken te maken met de opsporingsambtenaren over de bijstand van een advocaat tijdens het getuigenverhoor.
De getuigen mag weigeren om te antwoorden op vragen waarmee hij of zij zichzelf strafrechtelijk zou belasten of als de vragen gaan over directe familieleden.
Met uw inschrijving blijft u op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen op dit gebied. Vul hieronder uw gegevens in om per e-mail op te hoogte te blijven.
Blijf op de hoogte van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector. Vul hieronder uw gegevens in om op maat gesneden juridische updates en uitnodigingen voor evenementen te ontvangen.
Volgen wat u interessant vindt
Krijg aanbevelingen op basis van uw interesses
{phrase:advantage_3}
{phrase:advantage_4}
We vragen u om uw voor- en achternaam zodat wij die kunnen gebruiken als u zich bijvoorbeeld inschrijft op een Ploum Kennisevent.
Er wordt automatisch een wachtwoord voor u aangemaakt. Zodra uw account is aangemaakt ontvangt u dit wachtwoord in een welkomstmail. U kunt er direct mee inloggen. Dit wachtwoord kunt u indien gewenst ook zelf aanpassen via de wachtwoord vergeten functie.