Aanpassing van de ketenregeling: is de beoogde bescherming een wassen neus?
De Wet werk en zekerheid (WWZ) houdt de gemoederen flink bezig. Eén van de speerpunten van de wet is het aanpakken van de ‘doorgeschoten flex’. In dat kader wordt de
ketenregeling gewijzigd per 1 juli 2015. De maximale lengte van de keten van opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd wordt verkort van 36 maanden naar 24 maanden. De onderbrekingstermijn van de keten wordt verlengd van drie maanden naar zes maanden.
Doel van de nieuwe regeling
Door de maximale lengte van de keten van bepaalde tijdsovereenkomsten te verkorten, wordt nagestreefd dat een werkgever sneller overgaat tot het aanbieden van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Voornaamste kritiekpunten
Vanuit verschillende hoeken klinkt kritiek op de nieuwe ketenregeling. Met name wordt gevreesd voor een averechts effect. Een greep uit de geuite kritieken:
- Werkgevers vullen tijdelijke of flexibele arbeidsplaatsen op alternatieve wijze in. Niet door bepaalde tijd om te zetten in onbepaalde tijd, maar door bijvoorbeeld ZZP’ers of payrollwerknemers in te zetten. ‘Reguliere’ werknemers worden hierdoor buiten spel gezet.
- In plaats van het opvullen van tijdelijke of flexibele arbeidsplaatsen kiezen werkgevers voor efficiency en kostenbesparing, bijvoorbeeld door verdergaande investering in automatisering. Zodoende verdwijnt er werkgelegenheid.
- Werkgevers gaan werken met korte ketens van tijdelijke arbeidskrachten. Werkgevers investeren steeds minder in tijdelijke arbeidskrachten, nu deze na een periode van twee jaar worden vervangen door een nieuwe tijdelijke arbeidskracht (of zelfs na een periode van circa 23 maanden, nu in dat geval geen transitievergoeding is verschuldigd). Duurzame inzetbaarheid van arbeidskrachten lijkt hiermee steeds verder te liggen. De kloof tussen vaste en flexibele arbeidskrachten wordt groter.
- De kring van gerechtigden tot de transitievergoeding is aanzienlijk ruimer geworden. De werkgever is de transitievergoeding verschuldigd, indien de arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd en een werkgever de arbeidsovereenkomst op zijn initiatief beëindigt of niet verlengt. Deze vergoeding is derhalve ook verschuldigd ingeval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst na twee jaar onafgebroken arbeidsongeschiktheid. De vrees bestaat dat werkgevers de hoge ‘vaste last’ willen voorkomen, door juist arbeidsovereenkomsten voor maximaal (of iets korter dan) 24 maanden aan te gaan.
Weerlegging kritiek
De ‘harde kern’ die achter de wijziging van de ketenregeling staat, verwerpt de kritiek en houdt vast aan de vooronderstelling dat de aangepaste ketenregeling wel degelijk sneller leidt tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Juist voor werkgevers die momenteel ook na drie jaar overgaan tot het aanbieden van een vaste arbeidsovereenkomst, wordt dit moment naar voren gehaald. Daarnaast menen zij dat de ‘vrees’ voor het aanbieden van een vaste arbeidsovereenkomst, deels wordt weggenomen door de versoepeling van het ontslagrecht. Te meer nu de ‘prijs van ontslag’ met de introductie van de transitievergoeding lager uitpakt. Het is echter de vraag in hoeverre ontslag goedkoper wordt en of echt sprake is van een versoepeling van het ontslagrecht.
Onze praktijk
In de praktijk zijn cliënten terughoudend en willen zij vooral weten wàt er nu precies gaat veranderen. Ervaren werkgevers de wijziging van de ketenregeling als negatief? Het is duidelijk dat (voorlopig) onzeker is of de financiële lasten met invoering van het nieuwe ontslagrecht zullen afnemen. De transitievergoeding is immers van rechtswege verschuldigd aan een ruimere kring van gerechtigden en dat kan voor werkgevers invloed hebben op het aanbieden van een vaste arbeidsovereenkomst. Het is onmiskenbaar dat de wetgever steeds meer risico’s, verbonden aan de factor arbeid, zoals arbeidsongeschiktheid, bij de werkgever heeft gelegd. Verwacht wordt dat het afschuiven van steeds meer verantwoordelijkheden, werkgevers niet stimuleert om bepaalde tijd in onbepaalde tijd om te zetten.
Zal de nieuwe ketenregeling het beoogde effect hebben? Het zal nog enkele jaren duren, voordat een onderzoek kan worden voltooid naar het effect dat de beperking van de ketenregeling heeft op de omvang van de flexibele schil. Tot die tijd blijft het speculatie.
Voorbeelden ketenregeling
Bent u benieuwd welke ketenconstructies houdbaar zijn onder de nieuwe regeling? Op deze
paginavindt u een aantal praktijkvoorbeelden van de ketenregeling met daarbij een toelichting.
Wat is uw mening?
Hoe denkt u over de nieuwe kostenregeling? Zal de regeling het beoogde effect hebben, of vreest u een averechts effect? Plaats uw reactie op
www.ploumoverarbeid.nl.
Dit artikel is geschreven door Peggy Tchai.